Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tomrum:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tomrum (Zweeds) in het Nederlands

tomrum:

tomrum [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. tomrum (lucka; gap)
    de lacune; de leegte; de leemte
    • lacune [de ~] zelfstandig naamwoord
    • leegte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • leemte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. tomrum (tom plats; vakuum)
    lege ruimte
  3. tomrum (vakuum)
    luchtledige ruimte; het vacuüm
  4. tomrum (rymder; rum)
    de ruimtes
    • ruimtes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor tomrum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lacune gap; lucka; tomrum
leegte gap; lucka; tomrum tomhet
leemte gap; lucka; tomrum
lege ruimte tom plats; tomrum; vakuum
luchtledige ruimte tomrum; vakuum
ruimtes rum; rymder; tomrum
vacuüm tomrum; vakuum

Synoniemen voor "tomrum":


Wiktionary: tomrum


Cross Translation:
FromToVia
tomrum leemte; opening; hiaat; lacune Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte