Utvidgning in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

utvidgning:
- opgeblazenheid; opgezetheid; gezwollenheid; doortrekking; uitzetten; vergroting; het groter worden; wijd worden; uitbreidingen; uitbouwingen; verbreiding; uitspreiding; uitlegging; aanzetting; aanzetsel; aanzetstuk
Wiktionary:
- utvidgning → groei, toename

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor utvidgning (Zweeds) in het Nederlands

utvidgning (vidd; omfång; utspändhet)
de opgeblazenheid; opgezetheid; gezwollenheid
- opgeblazenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opgezetheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- gezwollenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
utvidgning (utsträckande; förlängning)
de doortrekking
- doortrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
utvidgning (utökning; förstoring)
het uitzetten; de vergroting; het groter worden; wijd worden
- uitzetten [het ~] zelfstandig naamwoord
- vergroting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- het groter worden [znw.] zelfstandig naamwoord
- wijd worden [znw.] zelfstandig naamwoord
utvidgning
de uitbreidingen; uitbouwingen
- uitbreidingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- uitbouwingen [znw.] zelfstandig naamwoord
utvidgning (expansion)
de verbreiding; uitspreiding; de uitlegging
- verbreiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitspreiding [znw.] zelfstandig naamwoord
- uitlegging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
utvidgning (omfång; tillökning)
de aanzetting; aanzetsel; het aanzetstuk
- aanzetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanzetsel [znw.] zelfstandig naamwoord
- aanzetstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanzetsel	omfång; tillökning; utvidgning
aanzetstuk	omfång; tillökning; utvidgning
aanzetting	omfång; tillökning; utvidgning
doortrekking	förlängning; utsträckande; utvidgning
gezwollenheid	omfång; utspändhet; utvidgning; vidd	arrogans; storstinnt
het groter worden	förstoring; utvidgning; utökning
opgeblazenheid	omfång; utspändhet; utvidgning; vidd
opgezetheid	omfång; utspändhet; utvidgning; vidd
uitbouwingen	utvidgning
uitbreidingen	utvidgning
uitlegging	expansion; utvidgning	meddelande
uitspreiding	expansion; utvidgning
uitzetten	förstoring; utvidgning; utökning	deportation
verbreiding	expansion; utvidgning
vergroting	förstoring; utvidgning; utökning	expansion; förstoring
wijd worden	förstoring; utvidgning; utökning
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uitzetten		bestämma; deportera; förbanna; släcka; stänga av; tvångsförvisa; tydligt definiera; utdriva; utesluta; utstöta; utvisa

Cross Translation:

From	To	Via
• utvidgning	→ groei; toename	↔ growth — increase in size