Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vakt:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vakt (Zweeds) in het Nederlands

vakt:

vakt [-en] zelfstandig naamwoord

  1. vakt (vaktmästare)
    de suppoost; de bewaker; de portier; de wacht
    • suppoost [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bewaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • portier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. vakt (skydd; bevakning)
    de garde
    • garde [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. vakt
    de wacht; de wachter; de schildwacht
    • wacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wachter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schildwacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. vakt (vaktpost; post)
    de wachtpost

Vertaal Matrix voor vakt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewaker vakt; vaktmästare portier; vaktmästare
garde bevakning; skydd; vakt
portier vakt; vaktmästare fastighetsskötare; portier; vaktmästare
schildwacht vakt
suppoost vakt; vaktmästare dörrvakt; portier
wacht vakt; vaktmästare portier; vaktmästare
wachter vakt väktare
wachtpost post; vakt; vaktpost

Synoniemen voor "vakt":


Wiktionary: vakt


Cross Translation:
FromToVia
vakt wacht; bewaker; lijfwacht guard — person who or thing that protects something
vakt receptie reception — front desk
vakt wacht watch — particular time period
vakt wacht watch — person or group of people who guard

Verwante vertalingen van vakt