Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. visst:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor visst (Zweeds) in het Nederlands

visst:

visst bijvoeglijk naamwoord

  1. visst (några; vissa)
    sommige; enkele; enige; een paar; wat
    • sommige bijvoeglijk naamwoord
    • enkele bijvoeglijk naamwoord
    • enige bijvoeglijk naamwoord
    • een paar bijvoeglijk naamwoord
    • wat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor visst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wat bomullstuss
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
sommige några; vissa
wat litet; någonting
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een paar några; vissa; visst
enige några; vissa; visst
enkele några; vissa; visst
sommige några; vissa; visst
wat några; vissa; visst hur mycket; hur många

Synoniemen voor "visst":


Wiktionary: visst


Cross Translation:
FromToVia
visst vanzelfsprekend; natuurlijk; uiteraard gewissadverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit

Verwante vertalingen van visst