Zweedse synoniemen van slag, ander woord voor slag

Overzicht

Zweeds Synoniemen: Meer gegevens...

slag:
- sort; slag
- klump; slag; klunga; proppar; stöt; duns; knuff; örfil; förolämpning; utmaning; smäll; skarp kritik; slag på kavaj o dyl; stötar; slaganfall; knäckar; knackning; dunk; bump; lätt knuff; klapp

Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor slag in het Zweeds

slag
sort; slag
- sort [-en] zelfstandig naamwoord
- slag [-en] zelfstandig naamwoord

slag
klump; slag; klunga
- klump [-en] zelfstandig naamwoord
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- klunga [-en] zelfstandig naamwoord
slag
slag; proppar
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- proppar zelfstandig naamwoord
slag
slag
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
slag
stöt; duns; slag; knuff; örfil
- stöt [-en] zelfstandig naamwoord
- duns [-en] zelfstandig naamwoord
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- knuff [-en] zelfstandig naamwoord
- örfil [-en] zelfstandig naamwoord
slag
förolämpning; slag; utmaning; smäll; skarp kritik
- förolämpning [-en] zelfstandig naamwoord
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- utmaning [-en] zelfstandig naamwoord
- smäll [-en] zelfstandig naamwoord
- skarp kritik zelfstandig naamwoord
slag
slag; slag på kavaj o dyl
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- slag på kavaj o dyl zelfstandig naamwoord
slag
slag; stötar; slaganfall; knäckar
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- stötar zelfstandig naamwoord
- slaganfall [-ett] zelfstandig naamwoord
- knäckar zelfstandig naamwoord
slag
slag; knackning
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- knackning [-en] zelfstandig naamwoord
slag
slag; stöt; dunk; bump; lätt knuff
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- stöt [-en] zelfstandig naamwoord
- dunk [-en] zelfstandig naamwoord
- bump zelfstandig naamwoord
- lätt knuff zelfstandig naamwoord
slag
örfil; slag; klapp
- örfil [-en] zelfstandig naamwoord
- slag [-ett] zelfstandig naamwoord
- klapp [-en] zelfstandig naamwoord