Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor styrka in het Zweeds

styrka:

styrka [-en] zelfstandig naamwoord

  1. styrka
    styrka
    • styrka [-en] zelfstandig naamwoord
  2. styrka
    styrka; kraft
    • styrka [-en] zelfstandig naamwoord
    • kraft [-en] zelfstandig naamwoord
  3. styrka
    beväpnade styrkor; styrka; armé
  4. styrka
    spänstighet; styrka; kraft
  5. styrka
    patrull; arbetsgrupp; styrka; grupp; team
    • patrull [-en] zelfstandig naamwoord
    • arbetsgrupp [-en] zelfstandig naamwoord
    • styrka [-en] zelfstandig naamwoord
    • grupp [-en] zelfstandig naamwoord
    • team [-ett] zelfstandig naamwoord
  6. styrka
    vigör; styrka
    • vigör [-en] zelfstandig naamwoord
    • styrka [-en] zelfstandig naamwoord
  7. styrka
    styrka; stabilitet; kraftighet; robusthet; kraftig byggnad

Alternatieve synoniemen voor "styrka":


Verwante synoniemen voor styrka