Overzicht


Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor usling in het Zweeds

usling:

usling [-en] zelfstandig naamwoord

  1. usling
    usling; skurk; bov
    • usling [-en] zelfstandig naamwoord
    • skurk [-en] zelfstandig naamwoord
    • bov [-en] zelfstandig naamwoord
  2. usling
    usling; gemen person; skurk
  3. usling
    kräk; usling; skurk; vrak
    • kräk [-ett] zelfstandig naamwoord
    • usling [-en] zelfstandig naamwoord
    • skurk [-en] zelfstandig naamwoord
    • vrak [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. usling
    dumbom; skojara; osympatisk person; rackare; bov; skurk; usling

Alternatieve synoniemen voor "usling":