Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Furie:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Furie (Duits) in het Engels

Furie:

Furie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Furie (Wut; Koller; Raserei; )
    the fury; the rage; the frenzy
    • fury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frenzy [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Furie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frenzy Furie; Grimmigkeit; Koller; Raserei; Tobsucht; Verrücktheit; Wut Geilheit; Genußsucht; Hingebung; Inbrunst; Leidenschaft; Lust; Passion; Rausch; Unbändigkeit; Wahnsinn; Wollust; Zügellosigkeit
fury Furie; Grimmigkeit; Koller; Raserei; Tobsucht; Verrücktheit; Wut Erbitterung; Grimm; Raserei; Wut; Zorn
rage Furie; Grimmigkeit; Koller; Raserei; Tobsucht; Verrücktheit; Wut Erbitterung; Fimmel; Grimm; Manie; Rage; Raserei; Wut; Zorn
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rage ausfahren; brüllen; donnern; ferkeln; fluchen; keifen; lärmen; poltern; rasen; sauen; schallen; schelten; schimpfen; toben; tosen; wettern; wüten

Synoniemen voor "Furie":

  • Drachen; Hausdrachen; Hippe; Kratzbürste; Megäre; Xanthippe; Zankeisen; zänkisches Weib; Alte; Angetraute; bessere Hälfte; Ehefrau; Ehegattin; Frau; Gattin; Gemahlin; Weib
  • Erinnye; Eumenide; Rachegöttin

Wiktionary: Furie

Furie
noun
  1. an angry or malignant person
proper noun
  1. female personification of vengeance