Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. klumpen:
  2. Klumpen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Klumpen (Duits) in het Nederlands

klumpen:

klumpen werkwoord (klumpe, klumpst, klumpt, klumpte, klumptet, geklumpt)

  1. klumpen
    klonteren
    • klonteren werkwoord (klonter, klontert, klonterde, klonterden, geklonterd)

Conjugations for klumpen:

Präsens
  1. klumpe
  2. klumpst
  3. klumpt
  4. klumpen
  5. klumpt
  6. klumpen
Imperfekt
  1. klumpte
  2. klumptest
  3. klumpte
  4. klumpten
  5. klumptet
  6. klumpten
Perfekt
  1. habe geklumpt
  2. hast geklumpt
  3. hat geklumpt
  4. haben geklumpt
  5. habt geklumpt
  6. haben geklumpt
1. Konjunktiv [1]
  1. klumpe
  2. klumpest
  3. klumpe
  4. klumpen
  5. klumpet
  6. klumpen
2. Konjunktiv
  1. klumpte
  2. klumptest
  3. klumpte
  4. klumpten
  5. klumptet
  6. klumpten
Futur 1
  1. werde klumpen
  2. wirst klumpen
  3. wird klumpen
  4. werden klumpen
  5. werdet klumpen
  6. werden klumpen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde klumpen
  2. würdest klumpen
  3. würde klumpen
  4. würden klumpen
  5. würdet klumpen
  6. würden klumpen
Diverses
  1. klump!
  2. klumpt!
  3. klumpen Sie!
  4. geklumpt
  5. klumpend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor klumpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klonteren klumpen

Wiktionary: klumpen


Cross Translation:
FromToVia
klumpen klonteren; stollen clot — to form into a clot

Klumpen:

Klumpen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Klumpen (Berg; Haufen; Menge)
    de hoop; de berg; de kluit
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kluit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Klumpen (Grus; Brocken; Holzschuh; Klecks; Tölpel)
    de klont; de klonter
    • klont [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klonter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Klumpen (Klecks; Schmutz; Schlamm; )
    de klodder; de kwak; de kledder; de lik
    • klodder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kledder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Klumpen (Brocken; Zuckerwürfel; Stück; )
    de brok; het suikerklontje; de klont
    • brok [de ~] zelfstandig naamwoord
    • suikerklontje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • klont [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Klumpen (großes und dickes Stück; Brocken; Menge)
    groot en dik stuk; de homp
  6. der Klumpen (hämmerndes Geräusch; Brocken)
    de bonk; bonkend geluid

Vertaal Matrix voor Klumpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berg Berg; Haufen; Klumpen; Menge Anhäufung; Aufhäufung; Berg; Gebirge; Haufen; Masse; Menge; große Masse
bonk Brocken; Klumpen; hämmerndes Geräusch
bonkend geluid Brocken; Klumpen; hämmerndes Geräusch
brok Brocken; Kandisstückchen; Klumpen; Klümpchen; Scholle; Stück; Zuckerwürfel
groot en dik stuk Brocken; Klumpen; Menge; großes und dickes Stück
homp Brocken; Klumpen; Menge; großes und dickes Stück Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug
hoop Berg; Haufen; Klumpen; Menge Anhäufung; Ansammlung; Aufhäufung; Berg; Erwarten; Erwartung; Haufen; Horde; Häufung; Kot; Masse; Menge; Schar; Scheiße; Stapel; Stoß; Truppe; Zusammenrottung; große Masse
kledder Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz
klodder Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz
klont Brocken; Grus; Holzschuh; Kandisstückchen; Klecks; Klumpen; Klümpchen; Scholle; Stück; Tölpel; Zuckerwürfel
klonter Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel
kluit Berg; Haufen; Klumpen; Menge
kwak Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß
lik Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz Strafanstalt; Strafvollzugsanstalt
suikerklontje Brocken; Kandisstückchen; Klumpen; Klümpchen; Scholle; Stück; Zuckerwürfel Zuckerwürfel
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lik Lecken

Synoniemen voor "Klumpen":


Wiktionary: Klumpen

Klumpen
noun
  1. een hoeveelheid verdikt materiaal met een omvang die niet goed te definiëren is.
  2. een brokkelige onsamenhangende massa