Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Erträge:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erträge (Duits) in het Nederlands

Erträge:

Erträge [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erträge (Ernte; Ertrag; Lese; Weinlese; Pflücken)
    de oogst; de pluk; de wijnoogst
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wijnoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Erträge (Ertrag; Gewinnung; Ernte; Hervorbringung; Lese)
    de oogst; opbrengst van een gewas
  3. die Erträge (Ertrag; Ernte; Pflücken; )
    de oogst; opbrengst van gewas; de pluk; de wijnoogst
  4. die Erträge (Lese; Pflücken; Einsammlung; )
    de oogst; de wijnoogst; de druivenoogst; de pluk
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wijnoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • druivenoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erträge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
druivenoogst Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese
oogst Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch Erlös; Ernte; Ertrag
opbrengst van een gewas Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese
opbrengst van gewas Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch
pluk Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch
wijnoogst Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch

Wiktionary: Erträge

Erträge
noun
  1. het geld dat voor iets ontvangen is of ontvangen moet worden