Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Tasten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tasten (Duits) in het Nederlands

Tasten:

Tasten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Tasten (Anfühlen; Fühlen; Abtasten)
    aftasten; voelen; tasten; afvoelen
    • aftasten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • voelen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • tasten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • afvoelen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tasten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftasten Abtasten; Anfühlen; Fühlen; Tasten
afvoelen Abtasten; Anfühlen; Fühlen; Tasten
tasten Abtasten; Anfühlen; Fühlen; Tasten
voelen Abtasten; Anfühlen; Fühlen; Tasten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftasten abfühlen; abtasten
afvoelen abfühlen; abtasten
voelen abtasten; anfassen; anrühren; befühlen; bemerken; beobachten; berühren; betasten; durchmachen; einfühlen; einleben; entdecken; erfahren; erkennen; erleben; feststellen; fühlen; merken; mitleben; sehen; spüren; tasten; wahrnehmen

Verwante vertalingen van Tasten