Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tasten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tasten (Nederlands) in het Duits

tasten:

tasten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. tasten (afvoelen; aftasten; voelen)
    Tasten; Fühlen; Anfühlen; Abtasten
    • Tasten [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Fühlen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Anfühlen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Abtasten [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tasten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abtasten aftasten; afvoelen; tasten; voelen afstropen; afzoeken; geheel doorzoeken
Anfühlen aftasten; afvoelen; tasten; voelen
Fühlen aftasten; afvoelen; tasten; voelen
Tasten aftasten; afvoelen; tasten; voelen

Wiktionary: tasten

tasten
verb
  1. waarnemen door aanraking

Cross Translation:
FromToVia
tasten tasten grope — obsolete: to feel with or use the hands
tasten fühlen; befühlen; tasten; antasten; betasten; tappen palper — Traductions à trier suivant le sens
tasten empfinden; fühlen; befühlen; tasten; antasten; betasten; tappen; duften; riechen; wittern sentir — Traductions à trier suivant le sens
tasten fühlen; befühlen; tasten; antasten; betasten; tappen tâtertoucher, manier doucement une chose, pour savoir si elle est dure ou molle, sec ou humide, froide ou chaude, etc.