Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal inwendig

Vertaal inwendig van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

inwendig:
- inwendige; van binnen; innerlijk; binnenste
Wiktionary:
- inwendig → binnen, daarbinnen, binnenste, binnenlands, intern, inwendig

Duits

Uitgebreide vertaling voor inwendig (Duits) in het Nederlands

inwendig:

inwendig bijvoeglijk naamwoord

inwendig (innerlich; innere; seelisch; innen; inner; intern)
inwendige; van binnen
- inwendige bijvoeglijk naamwoord
- van binnen bijvoeglijk naamwoord
inwendig (innerlich; seelisch)
innerlijk; binnenste
- innerlijk bijvoeglijk naamwoord
- binnenste bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor inwendig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
binnenste		Innenseite; Innere; Innerste; Kern; Mitte; Mittelpunkt; Mittelste; Zentrum
innerlijk		Innere; Psyche
inwendige		Innere
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
innerlijk	innerlich; inwendig; seelisch	geistig; spirituell
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
binnenste	innerlich; inwendig; seelisch
inwendige	innen; inner; innere; innerlich; intern; inwendig; seelisch
van binnen	innen; inner; innere; innerlich; intern; inwendig; seelisch

Synoniemen voor "inwendig":

innere; innerer; intern
im Bereich; im Innern; inmitten; innerhalb; unter; zwischen

Wiktionary: inwendig

Cross Translation:

From	To	Via
• inwendig	→ binnen; daarbinnen	↔ dedans — À l’intérieur. Dans la place dont on vient de parler
• inwendig	→ binnenste; binnenlands; intern; inwendig	↔ interne — didactique\|fr médecine\|fr Qui est en dedans, qui appartenir au dedans.
• inwendig	→ binnenste; binnenlands; intern; inwendig	↔ intérieur — Qui est au dedans ; qui est relatif au dedans.