Duits
Uitgebreide vertaling voor innen (Duits) in het Nederlands
innen:
-
innen (innerhalb einer Zeitspanne; drinnen)
binnen; binnen een tijdsspanne-
binnen bijvoeglijk naamwoord
-
binnen een tijdsspanne bijvoeglijk naamwoord
-
-
innen (drinnen)
-
innen (im Hause; drinnen)
binnen; binnenskamers; binnenshuis-
binnen bijvoeglijk naamwoord
-
binnenskamers bijwoord
-
binnenshuis bijwoord
-
-
innen (im Innern; drinnen)
-
innen (hierin; darin; innerhalb)
-
innen (innerlich; inwendig; innere; seelisch; inner; intern)
Vertaal Matrix voor innen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inwendige | Innere | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
binnenin | drinnen; im Innern; innen | |
binnenshuis | drinnen; im Hause; innen | |
binnenskamers | drinnen; im Hause; innen | |
hierbinnen | drinnen; innen | |
hierin | darin; hierin; innen; innerhalb | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aan de binnenkant | drinnen; im Innern; innen | |
binnen | drinnen; im Hause; innen; innerhalb einer Zeitspanne | innerhalb |
binnen een tijdsspanne | drinnen; innen; innerhalb einer Zeitspanne | |
in dit | darin; hierin; innen; innerhalb | |
inwendige | innen; inner; innere; innerlich; intern; inwendig; seelisch | |
van binnen | innen; inner; innere; innerlich; intern; inwendig; seelisch |
Synoniemen voor "innen":
Wiktionary: innen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• innen | → binnen; daarbinnen | ↔ dedans — À l’intérieur. Dans la place dont on vient de parler |