Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor fleck in het Engels

fleck:

fleck [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fleck
    – a small contrasting part of something 1
    the spot; the patch; the speckle; the fleck; the maculation; the dapple
    – a small contrasting part of something 1
    • spot [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a bald spot1
      • a leopard's spots1
    • patch [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a patch of clouds1
      • patches of thin ice1
    • speckle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fleck [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a fleck of red1
    • maculation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dapple [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the fleck
    – a small fragment of something broken off from the whole 1
    the scrap; the bit; the chip; the flake; the fleck
    – a small fragment of something broken off from the whole 1
    • scrap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bit [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a bit of rock caught him in the eye1
    • chip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flake [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fleck [the ~] zelfstandig naamwoord

fleck werkwoord

  1. fleck
    – make a spot or mark onto 1
    to spot; to blot; blob; fleck
    – make a spot or mark onto 1
    • spot werkwoord (spots, spotted, spotting)
      • The wine spotted the tablecloth1
    • blot werkwoord (blots, blotted, blotting)
    • blob werkwoord
    • fleck werkwoord

Alternatieve synoniemen voor "fleck":


Verwante definities voor "fleck":

  1. a small contrasting part of something1
    • a fleck of red1
  2. a small fragment of something broken off from the whole1
  3. make a spot or mark onto1