Engels

Uitgebreide synoniemen voor regent in het Engels

regent:

regent [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the regent
    the administrator; the accountant; the trustee; the bookkeeper; the regent
  2. the regent
    the regent; the incumbent; the viceroy
    • regent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • incumbent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • viceroy [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the regent
    the executor; the trustee; the regent
    • executor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trustee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • regent [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the regent
    the regent
    • regent [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the regent
    the trustee; the regent
    • trustee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • regent [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the regent
    – someone who rules during the absence or incapacity or minority of the country's monarch 1
    the regent
    – someone who rules during the absence or incapacity or minority of the country's monarch 1
    • regent [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the regent
    – members of a governing board 1
    the trustee; the regent
    – members of a governing board 1
    • trustee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • regent [the ~] zelfstandig naamwoord

regent bijvoeglijk naamwoord

  1. regent
    – acting or functioning as a regent or ruler 1
    regent
    – acting or functioning as a regent or ruler 1
    • regent bijvoeglijk naamwoord
      • prince-regent1

Alternatieve synoniemen voor "regent":


Verwante definities voor "regent":

  1. acting or functioning as a regent or ruler1
    • prince-regent1
  2. someone who rules during the absence or incapacity or minority of the country's monarch1
  3. members of a governing board1

Verwante synoniemen voor regent