Withering in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

withering:
- sequía; resecación
- marchitando
wither:
- marchitarse; resecarse; encogerse; secarse; languidecer; mortificar; mermar hasta desaparecer
Wiktionary:
- wither → marchitar, decaer
- wither → mustiarse, marchitarse

Engels

Uitgebreide vertaling voor withering (Engels) in het Spaans

withering:

withering [the ~] zelfstandig naamwoord

the withering
la sequía
- sequía [la ~] zelfstandig naamwoord
the withering (shrivelling)
la resecación
- resecación [la ~] zelfstandig naamwoord

withering bijvoeglijk naamwoord

withering
marchitando
- marchitando bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor withering:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
resecación	shrivelling; withering	attenuation; bleakness
sequía	withering	drought; dryness
-	atrophy
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	annihilating; annihilative; devastating
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	destoying; destructive; withering away
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
marchitando	withering

Verwante woorden van "withering":

witherings, witheringly, wither

Synoniemen voor "withering":

annihilative; annihilating; devastating; destructive
disrespectful
atrophy; weakening

Verwante definities voor "withering":

wreaking or capable of wreaking complete destruction¹
- the guns opened a withering fire¹
making light of¹
- to compliments inflated I've a withering reply¹
any weakening or degeneration (especially through lack of use)¹

withering vorm van wither:

to wither werkwoord (withers, withered, withering)

to wither
marchitarse; resecarse
- marchitarse werkwoord
- resecarse werkwoord
to wither (shrivel up)
encogerse; secarse
- encogerse werkwoord
- secarse werkwoord
to wither (languish; pine; long for; pine away; waste away)
languidecer
- languidecer werkwoord
to wither (die; wilt)
mortificar
- mortificar werkwoord
to wither (disapearing; languish; pine away; waste away)
marchitarse; languidecer; mermar hasta desaparecer
- marchitarse werkwoord
- languidecer werkwoord
- mermar hasta desaparecer werkwoord

Conjugations for wither:

present

wither
wither
withers
wither
wither
wither

simple past

withered
withered
withered
withered
withered
withered

present perfect

have withered
have withered
has withered
have withered
have withered
have withered

past continuous

was withering
were withering
was withering
were withering
were withering
were withering

future

shall wither
will wither
will wither
shall wither
will wither
will wither

continuous present

am withering
are withering
is withering
are withering
are withering
are withering

subjunctive

be withered
be withered
be withered
be withered
be withered
be withered

diverse

wither!
let's wither!
withered
withering

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor wither:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
marchitarse		wilting
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
encogerse	shrivel up; wither	crouch; decrease; diminish; drop; dwindle; go down; huddle up; hunch up; lessen; reduce; shorten; shrink; shrink away; shrink back; shrivel; shrivel up; subside; wizen
languidecer	disapearing; languish; long for; pine; pine away; waste away; wither	ache to; languish; long for; pine; trifle away; waste away; yearn
marchitarse	disapearing; languish; pine away; waste away; wither
mermar hasta desaparecer	disapearing; languish; pine away; waste away; wither
mortificar	die; wilt; wither
resecarse	wither	attenuate
secarse	shrivel up; wither	become dehydrated; become hard; dehydrate; dry; dry out; dry up; harden; iron; run dry; steel; toughen
-	fade; shrink; shrivel; shrivel up
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	wither away

Verwante woorden van "wither":

withering, withered

Synoniemen voor "wither":

shrivel; shrivel up; shrink; decrease; diminish; lessen; fall
fade; disappear; vanish; go away

Verwante definities voor "wither":

wither, as with a loss of moisture¹
lose freshness, vigor, or vitality¹

Wiktionary: wither

wither

verb

(intransitive) shrivel, droop, dry up
- wither → marchitar
(intransitive) to become helpless due to emotion
- wither → decaer
(transitive) to cause to shrivel or dry up
- wither → marchitar
(transitive) to make helpless due to emotion
- wither → decaer

Cross Translation:

From	To	Via
• wither	→ mustiarse; marchitarse	↔ welken — Pflanzen betreffend: nicht mehr blühen, vertrocknen, welk werden

Remove Ads

Vertaal withering van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor withering (Engels) in het Spaans

withering:

withering [the ~] zelfstandig naamwoord

the withering

the withering (shrivelling)

withering bijvoeglijk naamwoord

withering

Vertaal Matrix voor withering:

Verwante woorden van "withering":

Synoniemen voor "withering":

Verwante definities voor "withering":

withering vorm van wither:

to wither werkwoord (withers, withered, withering)

to wither

to wither (shrivel up)

to wither (languish; pine; long for; pine away; waste away)

to wither (die; wilt)

to wither (disapearing; languish; pine away; waste away)

Conjugations for wither:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor wither:

Verwante woorden van "wither":

Synoniemen voor "wither":

Verwante definities voor "wither":

Wiktionary: wither