Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. calf:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor calf (Engels) in het Nederlands

calf:

calf [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the calf
    de kuit; deel van het onderbeen
  2. the calf (veal)
    het kalf
    • kalf [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the calf (veal)
    het kalfsvlees
  4. the calf (calfskin)
    het kalfsleder
  5. the calf (calfskin)
    het kalfsvel
    • kalfsvel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor calf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deel van het onderbeen calf
kalf calf; veal
kalfsleder calf; calfskin
kalfsvel calf; calfskin
kalfsvlees calf; veal veal
kuit calf
- calfskin; sura

Verwante woorden van "calf":


Synoniemen voor "calf":


Verwante definities voor "calf":

  1. young of domestic cattle1
  2. young of various large placental mammals e.g. whale or giraffe or elephant or buffalo1
  3. the muscular back part of the shank1
  4. fine leather from the skin of a calf1

Wiktionary: calf

calf
noun
  1. muscle in the back of the leg below the knee
  2. anatomy: back of the leg below the knee
  3. young elephant, seal or whale (also used of some other animals)
  4. young cow or bull
calf
noun
  1. deel van het been

Cross Translation:
FromToVia
calf kuit Wade — hinterer, muskulöser Teil des Unterschenkels
calf kuit mollet — anatomie|fr saillie, formée par les muscles jumeaux et soléaire, sur la partie postérieure de la jambe, entre le jarret et la cheville.
calf kalf veau — Petit de la vache

Verwante vertalingen van calf