Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sport:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sport:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sport (Engels) in het Nederlands

sport:

sport [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sport (athletics)
    – an active diversion requiring physical exertion and competition 1
    de sport
    • sport [de ~] zelfstandig naamwoord

sport

  1. sport
    de sport
    • sport [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sport:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sport athletics; sport rung
- fun; mutant; mutation; play; sportsman; sportswoman; summercater; variation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- boast; feature
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- sports

Verwante woorden van "sport":

  • sportive

Synoniemen voor "sport":


Verwante definities voor "sport":

  1. the occupation of athletes who compete for pay1
  2. an active diversion requiring physical exertion and competition1
  3. verbal wit or mockery (often at another's expense but not to be taken seriously)1
    • he said it in sport1
  4. (biology) an organism that has characteristics resulting from chromosomal alteration1
  5. someone who engages in sports1
  6. a person known for the way she (or he) behaves when teased or defeated or subjected to trying circumstances1
    • a good sport1
    • a poor sport1
  7. (Maine colloquial) a temporary summer resident of Maine1
  8. wear or display in an ostentatious or proud manner1
    • she was sporting a new hat1

Wiktionary: sport

sport
adjective
  1. suitable for use in athletic activities
noun
  1. any athletic activity that uses physical skills
sport
noun
  1. lichaamsbeweging

Cross Translation:
FromToVia
sport sport Sport — das intensive Trainieren des menschlichen Körpers mit dem Ziel, den Körper zu höherer Leistungsfähigkeit zu entwickeln

Verwante vertalingen van sport



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sport (Nederlands) in het Engels

sport:

sport [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de sport (trede van een ladder)
    the rung
    • rung [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de sport
    the athletics; the sport
    – an active diversion requiring physical exertion and competition 1
    • athletics [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sport [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de sport

Vertaal Matrix voor sport:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
athletics sport atletiek
rung sport; trede van een ladder
sport sport
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
sport sport

Verwante woorden van "sport":


Verwante definities voor "sport":

  1. activiteit waarbij je je lichamelijk inspant2
    • zij doet niets aan sport2

Wiktionary: sport

sport
noun
  1. lichaamsbeweging
  2. trede van een ladder
  3. stoelspaak
sport
noun
  1. ladder step
  2. any athletic activity that uses physical skills
  3. bar
adjective
  1. suitable for use in athletic activities

Cross Translation:
FromToVia
sport sport; sports Sport — das intensive Trainieren des menschlichen Körpers mit dem Ziel, den Körper zu höherer Leistungsfähigkeit zu entwickeln

Verwante vertalingen van sport