Engels

Uitgebreide vertaling voor encounters (Engels) in het Nederlands

encounters:

encounters [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the encounters
    de ontmoetingen

Vertaal Matrix voor encounters:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontmoetingen encounters

Verwante woorden van "encounters":


encounters vorm van encounter:

to encounter werkwoord (encounters, encountered, encountering)

  1. to encounter (experience; feel)
    ondervinden; ervaren; beleven; gewaarworden; voelen
    • ondervinden werkwoord (ondervind, ondervindt, ondervond, ondervonden, ondervonden)
    • ervaren werkwoord (ervaar, ervaart, ervaarde, ervaarden, ervaard)
    • beleven werkwoord (beleef, beleeft, beleefde, beleefden, beleefd)
    • gewaarworden werkwoord (word gewaar, wordt gewaar, werd gewaar, werden gewaar, gewaargeworden)
    • voelen werkwoord (voel, voelt, voelde, voelden, gevoeld)

Conjugations for encounter:

present
  1. encounter
  2. encounter
  3. encounters
  4. encounter
  5. encounter
  6. encounter
simple past
  1. encountered
  2. encountered
  3. encountered
  4. encountered
  5. encountered
  6. encountered
present perfect
  1. have encountered
  2. have encountered
  3. has encountered
  4. have encountered
  5. have encountered
  6. have encountered
past continuous
  1. was encountering
  2. were encountering
  3. was encountering
  4. were encountering
  5. were encountering
  6. were encountering
future
  1. shall encounter
  2. will encounter
  3. will encounter
  4. shall encounter
  5. will encounter
  6. will encounter
continuous present
  1. am encountering
  2. are encountering
  3. is encountering
  4. are encountering
  5. are encountering
  6. are encountering
subjunctive
  1. be encountered
  2. be encountered
  3. be encountered
  4. be encountered
  5. be encountered
  6. be encountered
diverse
  1. encounter!
  2. let's encounter!
  3. encountered
  4. encountering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

encounter [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the encounter (meeting)
    de ontmoeting; het treffen

Vertaal Matrix voor encounter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ondervinden discovery; experience
ontmoeting encounter; meeting
treffen encounter; meeting affecting; concerning; touching
voelen feeling; scanning; sensing
- brush; clash; coming upon; confrontation; face-off; meeting; showdown; skirmish
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beleven encounter; experience; feel
ervaren encounter; experience; feel
gewaarworden encounter; experience; feel attend; become aware of; feel; find; notice; observe; perceive; see; sense; signal; witness
ondervinden encounter; experience; feel
treffen affect; assemble; concern; end up at; fall; forgather; get together; hit; impress; influence; land; meet; move; see each other; strike; touch; visit
voelen encounter; experience; feel attend; be in sympathy with; conceive; feel; feel empathy for; grope; imagine; intend; notice; observe; perceive; see; sense; sympathise; sympathize; think; touch; witness
- bump; chance; come across; find; happen; meet; play; receive; run across; run into; see; take on
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ervaren experienced
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- altercation; clash

Verwante woorden van "encounter":


Synoniemen voor "encounter":


Verwante definities voor "encounter":

  1. a casual meeting with a person or thing1
  2. a minor short-term fight1
  3. a hostile disagreement face-to-face1
  4. a casual or unexpected convergence1
    • there was a brief encounter in the hallway1
  5. contend against an opponent in a sport, game, or battle1
  6. come together1
  7. come upon, as if by accident; meet with1
  8. be beset by1
  9. experience as a reaction1

Wiktionary: encounter

encounter
noun
  1. sudden, often violent clash
  2. hostile meeting
  3. unplanned meeting
verb
  1. engage in conflict
  2. confront (someone or something)
  3. meet (someone) or find (something) unexpectedly
encounter
noun
  1. het toevallige samenkomen

Cross Translation:
FromToVia
encounter treffen TreffenMilitär: kleine Kampfhandlung
encounter landing; toegang; nadering; binnengaan; entree; intrede; omgeving; ontmoeting; kennismaking; betrekking; verhouding; verstandhouding; omgang; verband; verkeer; ontvangst; acceptatie; aanneming; aanvaarding abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
encounter halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot atteindretoucher de loin au moyen d’un projectile.
encounter slaan; halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; klappen; kloppen; opvallen; houwen; meppen frapper — A TRIER
encounter halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
encounter aantreffen; ontmoeten; tegemoet treden; tegenkomen; treffen; aanboren rencontrertrouver en chemin une personne ou une chose.