Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pee:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor pee (Engels) in het Nederlands

pee:

to pee werkwoord (pees, peed, peeing)

  1. to pee (urinate; pass water)
    plassen; urineren; wateren
    • plassen werkwoord (plas, plast, plaste, plasten, geplast)
    • urineren werkwoord (urineer, urineert, urineerde, urineerden, geurineerd)
    • wateren werkwoord (water, watert, waterde, waterden, gewaterd)

Conjugations for pee:

present
  1. pee
  2. pee
  3. pees
  4. pee
  5. pee
  6. pee
simple past
  1. peed
  2. peed
  3. peed
  4. peed
  5. peed
  6. peed
present perfect
  1. have peed
  2. have peed
  3. has peed
  4. have peed
  5. have peed
  6. have peed
past continuous
  1. was peeing
  2. were peeing
  3. was peeing
  4. were peeing
  5. were peeing
  6. were peeing
future
  1. shall pee
  2. will pee
  3. will pee
  4. shall pee
  5. will pee
  6. will pee
continuous present
  1. am peeing
  2. are peeing
  3. is peeing
  4. are peeing
  5. are peeing
  6. are peeing
subjunctive
  1. be peed
  2. be peed
  3. be peed
  4. be peed
  5. be peed
  6. be peed
diverse
  1. pee!
  2. let's pee!
  3. peed
  4. peeing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

pee [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pee
    het plassen; zeiken
    • plassen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zeiken [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pee:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plassen pee
zeiken pee
- peeing; piddle; piss; pissing; urine; water; weewee
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plassen pass water; pee; urinate
urineren pass water; pee; urinate
wateren pass water; pee; urinate
zeiken be a pain in the neck; dawdle; delay; keep on; linger; nag; procrastinate; put off; retard; saunter; tarry
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- wee

Verwante woorden van "pee":

  • pees

Synoniemen voor "pee":


Verwante definities voor "pee":

  1. informal terms for urination1
    • he took a pee1
  2. liquid excretory product1

Wiktionary: pee

pee
noun
  1. urine
verb
  1. to urinate
pee
noun
  1. urine
verb
  1. urineren

Cross Translation:
FromToVia
pee plassen faire pipiuriner.
pee urine; pis; plas urine — biologie|fr liquide dû à la filtration du sang par les reins et conduit par les uretères dans la vessie, puis évacuer par le canal de l’urètre.
pee een plas doen; urineren urinerévacuer de l’urine.