Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pomposity:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor pomposity (Engels) in het Nederlands

pomposity:

pomposity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pomposity (grandiloquence; bombast; conceit; )
    de hoogdravendheid; gezwollenheid; pompeusheid; de gewichtigheid; de bombast; de gewichtigdoenerij

Vertaal Matrix voor pomposity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bombast arrogance; bombast; cockiness; conceit; conceitedness; flatulence; grandiloquence; haughtiness; pomposity; self-conceit; self-importance
gewichtigdoenerij arrogance; bombast; cockiness; conceit; conceitedness; flatulence; grandiloquence; haughtiness; pomposity; self-conceit; self-importance
gewichtigheid arrogance; bombast; cockiness; conceit; conceitedness; flatulence; grandiloquence; haughtiness; pomposity; self-conceit; self-importance importance; meaning; significance; weight
gezwollenheid arrogance; bombast; cockiness; conceit; conceitedness; flatulence; grandiloquence; haughtiness; pomposity; self-conceit; self-importance distension; puffiness; tumidity
hoogdravendheid arrogance; bombast; cockiness; conceit; conceitedness; flatulence; grandiloquence; haughtiness; pomposity; self-conceit; self-importance
pompeusheid arrogance; bombast; cockiness; conceit; conceitedness; flatulence; grandiloquence; haughtiness; pomposity; self-conceit; self-importance
- inflation; ostentation; ostentatiousness; pompousness; pretentiousness; puffiness; splashiness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- inflatedness

Synoniemen voor "pomposity":


Verwante definities voor "pomposity":

  1. lack of elegance as a consequence of being pompous and puffed up with vanity1

Wiktionary: pomposity

pomposity
noun
  1. het gewichtig doen