Spaans

Uitgebreide synoniemen voor avaricia in het Spaans

avaricia:

avaricia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la avaricia
    la codicia; la avaricia; la avidez
    • codicia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • avaricia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • avidez [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la avaricia
    la codicia; el giro; la avaricia; la avidez; la hiena
    • codicia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • giro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • avaricia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • avidez [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hiena [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la avaricia
    la codicia; la avaricia; la avidez; la mezquindad; la tacañería; la roña; la mezquinidad; la roñosería; la cicatería
  4. la avaricia
    el buitre; la codicia; la hiena; el estiércol; la avidez; el abono; la avaricia; el fertilizante; el estiércol líquido

avaricia [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el avaricia
    el avaricia

Verwante woorden van "avaricia":

  • avaricias

Alternatieve synoniemen voor "avaricia":