Spaanse synoniemen van empleada, ander woord voor empleada

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

empleada:
- señora de la limpieza; empleada; muchacha; trabajadora; empleada del hogar; sirviente; obrera; limpiadora; asistenta
empleado:
- empleado; colega; colaborador; colaboradora; asistente; miembro del personal; mano de obra; asalariado; ayudante; trabajador; empleado público; funcionario
- gastado; empleado

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor empleada in het Spaans

el empleado
el empleado; la colega; el colaborador; la colaboradora; el asistente; el miembro del personal; la mano de obra; el asalariado; el ayudante
- empleado [el ~] zelfstandig naamwoord
- colega [la ~] zelfstandig naamwoord
- colaborador [el ~] zelfstandig naamwoord
- colaboradora [la ~] zelfstandig naamwoord
- asistente [el ~] zelfstandig naamwoord
- miembro del personal [el ~] zelfstandig naamwoord
- mano de obra [la ~] zelfstandig naamwoord
- asalariado [el ~] zelfstandig naamwoord
- ayudante [el ~] zelfstandig naamwoord
el empleado
el empleado; el trabajador; el asalariado
- empleado [el ~] zelfstandig naamwoord
- trabajador [el ~] zelfstandig naamwoord
- asalariado [el ~] zelfstandig naamwoord
el empleado
el empleado público; el funcionario; el empleado
- empleado público [el ~] zelfstandig naamwoord
- funcionario [el ~] zelfstandig naamwoord
- empleado [el ~] zelfstandig naamwoord
el empleado
el empleado
- empleado [el ~] zelfstandig naamwoord

empleado
gastado; empleado
- gastado bijvoeglijk naamwoord
- empleado bijvoeglijk naamwoord