Spaans

Uitgebreide synoniemen voor pila in het Spaans

pila:

pila [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pila
    el acumulador; la pila
    • acumulador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pila [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la pila
    el fregadero; la pila
    • fregadero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pila [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la pila
    el montón; la gran cantidad; la pila
  4. la pila
    el barreño; el cubo; el barril; el cubo para bañarse; la tonel; la tonelada; la bañera; el balde; la pila
    • barreño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cubo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barril [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cubo para bañarse [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tonel [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tonelada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bañera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • balde [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pila [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. la pila
    el malecón; la lombriz; el muelle; la pila; el pilar; el poste; el espigón; el machón; el malecón del puerto
  6. la pila
    la barreno; la barreña; la pila
    • barreno [la ~] zelfstandig naamwoord
    • barreña [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pila [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. la pila
    la pila; el cúmulo; el montoncito
    • pila [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cúmulo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • montoncito [el ~] zelfstandig naamwoord
  8. la pila
    la pila
    • pila [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "pila":


Verwante synoniemen voor pila