Frans

Uitgebreide synoniemen voor sommet in het Frans

sommet:

sommet [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le sommet
    le sommet; la pointe; le pic; le point culminant; la cime
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pointe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pic [le ~] zelfstandig naamwoord
    • point culminant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cime [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. le sommet
    le sommet; le summum; le comble
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • summum [le ~] zelfstandig naamwoord
    • comble [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. le sommet
    le sommet; la partie supérieure; la cime
  4. le sommet
    le sommet; la pointe; le point culminant; la cime
  5. le sommet
    le faîte; le sommet; l'haut; la cime
    • faîte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • haut [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cime [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. le sommet
    la partie supérieure; la faîte; le sommet; l'arète; la cime; la tuile
    • partie supérieure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • faîte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • arète [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cime [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tuile [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. le sommet
    le moment suprême; le point culminant; l'apogée; le comble; le zénith; le sommet; le summum; le faîte
  8. le sommet
    la cime; le sommet; le point culminant
  9. le sommet
    le sommet; la pointe; le sommet d'une montagne
  10. le sommet
    le sommet; le comble; la pointe; l'apogée; le point culminant; le moment suprême; la culmination
  11. le sommet
    la conférence au sommet; le sommet; la réunion au sommet
  12. le sommet
    le sommet
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "sommet":


Verwante synoniemen voor sommet