Home ->Woordenboeken ->Frans/Frans ->Vertaal bosse

Synoniemen voor "bosse" in het Frans

Overzicht
Frans Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bosse:
  2. bosser:

Frans

Uitgebreide synoniemen voor bosse in het Frans

bosse:

bosse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bosse
    la bosse; le coup
    • bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • coup [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. la bosse
    la bosse; le bossu
    • bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bossu [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. la bosse
    la butte; la bosse; l'enflure; l'hernie; l'ampoule; la colline
    • butte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • enflure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hernie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ampoule [la ~] zelfstandig naamwoord
    • colline [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la bosse
    la bosse; l'enflure; le grosseur; la boule; le renflement
    • bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • enflure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • grosseur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • boule [la ~] zelfstandig naamwoord
    • renflement [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. la bosse
    l'inégalité; la bosse
  6. la bosse
    la bosse; le bleu; la contusion; la lésion; la meurtrissure; le froissement
  7. la bosse
    la bosse
    • bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
  8. la bosse
    l'enflure 2; la bulle; l'ampoule; la bosse; le tumeur; l'enflure; le quignon; le bubon; le petit bouton sur le corps; la lésion; la contusion; le gonflement; l'abcès; la meurtrissure; la tuméfaction
  9. la bosse
    la bosse; la boule
    • bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • boule [la ~] zelfstandig naamwoord
  10. la bosse
    l'enflure; la tuméfaction; l'ampoule; la bosse; le gonflement; la meurtrissure; le bubon; le tumeur; l'abcès
  11. la bosse
    le gonflement; le bouton; le quignon; la tuméfaction; la bulle; l'ampoule; la bosse; la lésion; la contusion; le tumeur; l'abcès; l'enflure; la meurtrissure; le bubon
    • gonflement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bouton [le ~] zelfstandig naamwoord
    • quignon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tuméfaction [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bulle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ampoule [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lésion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • contusion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tumeur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • abcès [le ~] zelfstandig naamwoord
    • enflure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • meurtrissure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bubon [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "bosse":


bosse vorm van bosser:

bosser werkwoord (bosse, bosses, bossons, bossez, )

  1. bosser
    bosser; bûcher; potasser
    • bosser werkwoord (bosse, bosses, bossons, bossez, )
    • bûcher werkwoord (bûche, bûches, bûchons, bûchez, )
    • potasser werkwoord (potasse, potasses, potassons, potassez, )

Conjugations for bosser:

Présent
  1. bosse
  2. bosses
  3. bosse
  4. bossons
  5. bossez
  6. bossent
imparfait
  1. bossais
  2. bossais
  3. bossait
  4. bossions
  5. bossiez
  6. bossaient
passé simple
  1. bossai
  2. bossas
  3. bossa
  4. bossâmes
  5. bossâtes
  6. bossèrent
futur simple
  1. bosserai
  2. bosseras
  3. bossera
  4. bosserons
  5. bosserez
  6. bosseront
subjonctif présent
  1. que je bosse
  2. que tu bosses
  3. qu'il bosse
  4. que nous bossions
  5. que vous bossiez
  6. qu'ils bossent
conditionnel présent
  1. bosserais
  2. bosserais
  3. bosserait
  4. bosserions
  5. bosseriez
  6. bosseraient
passé composé
  1. ai bossé
  2. as bossé
  3. a bossé
  4. avons bossé
  5. avez bossé
  6. ont bossé
divers
  1. bosse!
  2. bossez!
  3. bossons!
  5. bossé
  6. bossant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Alternatieve synoniemen voor "bosser":


Verwante synoniemen voor bosse







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0593 seconde
Page rendered in 1.0 seconds