Frans

Uitgebreide vertaling voor accent (Frans) in het Nederlands

accent:

accent [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'accent (domaine qui mérite une attention particulière; accent principal; accentuation; )
    de nadruk; het accent; de hoofdtoon; de klemtoon
    • nadruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • accent [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klemtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'accent (timbre)
    het stemgeluid
  3. l'accent (accent d'insistance)
    de benadrukking
  4. l'accent (patois; argot; jargon; dialecte)
    het accent; het dialect; het taaltje; de tongval
    • accent [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dialect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • taaltje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tongval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. l'accent (couleur; nuance; teinte; )
    de kleur; de toon; de tint; het kleurtje
    • kleur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tint [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kleurtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'accent (inflexion de la voix; composition; cadence; intonation; ton)
    de modulatie; de compositie; de toonzetting; de intonatie; de toonval; de stembuiging
  7. l'accent (signe d'accentuation)
    het accentteken
  8. l'accent (son; ton; sonorité; )
    de klank; de toon; klankgeluid
    • klank [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klankgeluid [znw.] zelfstandig naamwoord
  9. l'accent (timbre; son; voix; )
    het timbre; de intonatie; de klankkleur; klanktint
  10. l'accent
    klemtoonteken

Vertaal Matrix voor accent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accent accent; accent d'intensité; accent principal; accentuation; argot; dialecte; domaine qui mérite une attention particulière; inflexion; insistance; jargon; patois
accentteken accent; signe d'accentuation
benadrukking accent; accent d'insistance
compositie accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
dialect accent; argot; dialecte; jargon; patois argot; dialecte; jargon; parler régional
hoofdtoon accent; accent d'intensité; accent principal; accentuation; domaine qui mérite une attention particulière; inflexion; insistance
intonatie accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klank accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klankgeluid accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klankkleur accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klanktint accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klemtoon accent; accent d'intensité; accent principal; accentuation; domaine qui mérite une attention particulière; inflexion; insistance
klemtoonteken accent
kleur accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture
kleurtje accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture
modulatie accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
nadruk accent; accent d'intensité; accent principal; accentuation; domaine qui mérite une attention particulière; inflexion; insistance
stembuiging accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
stemgeluid accent; timbre
taaltje accent; argot; dialecte; jargon; patois argot; dialecte; jargon; parler régional
timbre accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
tint accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
tongval accent; argot; dialecte; jargon; patois argot; dialecte; jargon; parler régional
toon accent; colorant; coloration; couleur; musique; note; nuance; rougeur; son; sonorité; teint; teinte; teinture; timbre; ton; voix hauteur tonale; note de musique; ton; tonée
toonval accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
toonzetting accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton

Synoniemen voor "accent":


Wiktionary: accent

accent
noun
  1. de manier waarop iemand de klanken uitspreekt
  2. een teken dat op een klinker kan worden geplaatst
  3. taalkunde|nld sterkere intonatie waarmee een lettergreep van een woord wordt uitgesproken

Cross Translation:
FromToVia
accent klemtoon; accent accent — orthography: mark to indicate accent
accent accent; klemtoon accent — stronger articulation
accent tongval; accent; uitspraak accent — modulation of the voice
accent accent accent — prosody: stress on syllables of a verse
accent accent accent — music: recurring stress on a tone
accent accent accent — music: special emphasis on a tone
accent accent accent — music: expressive emphasis of a passage
accent accent accent — music: rhythmical accent
accent nadruk emphasis — special weight or forcefulness given to something considered important

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van accent



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor accent (Nederlands) in het Frans

accent:

accent [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het accent (klemtoon; nadruk; hoofdtoon)
    l'accent; le domaine qui mérite une attention particulière; l'accent principal; l'accentuation; l'insistance; l'inflexion; l'accent d'intensité
  2. het accent (tongval; dialect; taaltje)
    le patois; l'accent; l'argot; le jargon; le dialecte
    • patois [le ~] zelfstandig naamwoord
    • accent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • argot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • jargon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dialecte [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor accent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accent accent; dialect; hoofdtoon; klemtoon; nadruk; taaltje; tongval accentteken; benadrukking; compositie; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; klemtoonteken; kleur; kleurtje; modulatie; stembuiging; stemgeluid; timbre; tint; toon; toonval; toonzetting
accent d'intensité accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
accent principal accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
accentuation accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
argot accent; dialect; taaltje; tongval dialect; schuttingtaal; straattaal; streektaal; taaltje; tongval; vakbargoens
dialecte accent; dialect; taaltje; tongval dialect; streektaal; taaltje; tongval
domaine qui mérite une attention particulière accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk aandachtspunt
inflexion accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk declinatie; verbuiging
insistance accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
jargon accent; dialect; taaltje; tongval brabbeltaal; dialect; koeterwaals; streektaal; taaltje; tongval; vakbargoens
patois accent; dialect; taaltje; tongval
- klemtoon; nadruk

Verwante woorden van "accent":


Synoniemen voor "accent":


Verwante definities voor "accent":

  1. manier waarop je de woorden uitspreekt1
    • hij spreekt Nederlands met een Engels accent1
  2. zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt1
    • het accent in 'aanraden' ligt op de eerste lettergreep1

Wiktionary: accent

accent
noun
  1. de manier waarop iemand de klanken uitspreekt
  2. een teken dat op een klinker kan worden geplaatst
accent
Cross Translation:
FromToVia
accent accent accent — stronger articulation
accent accent accent — orthography: mark to indicate accent
accent accent accent — modulation of the voice
accent accent accent — prosody: stress on syllables of a verse
accent accent accent — music: special emphasis on a tone
accent accent accent — music: recurring stress on a tone
accent accent accent — music: expressive emphasis of a passage
accent accent accent — music: rhythmical accent

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van accent