Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chemin:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor chemin (Frans) in het Nederlands

chemin:

chemin [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le chemin (chemin de halage; sentier)
    het pad; het jaagpad; het trekpad; het paadje
    • pad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • jaagpad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • trekpad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • paadje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le chemin (chemin rural; piste; allée; )
    het pad; de landweg; het paadje; het trekpad; de buitenweg; de dreef
    • pad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • landweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • paadje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • trekpad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • buitenweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dreef [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chemin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenweg allée; chemin; chemin de campagne; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie
dreef allée; chemin; chemin de campagne; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie allée; avenue; ruelle
jaagpad chemin; chemin de halage; sentier
landweg allée; chemin; chemin de campagne; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie voie rurale
paadje allée; chemin; chemin de campagne; chemin de halage; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie
pad allée; chemin; chemin de campagne; chemin de halage; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie crapaud; itinéraire; manche; parcours; portion de route; ronde; route; tour; tournée; trajet; voie
trekpad allée; chemin; chemin de campagne; chemin de halage; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
pad chemin d'accès

Synoniemen voor "chemin":


Wiktionary: chemin

chemin
noun
  1. Zone sur laquelle on circule
    • cheminweg
  2. Moyen utilisé pour arriver à une fin
    • cheminweg
  3. voie, route pratiquer pour communiquer, pour aller d’un lieu à un autre.
chemin
noun
  1. een smalle strook grond voor het verkeer

Cross Translation:
FromToVia
chemin wegeltje; gang lane — passageway
chemin weg path — a course taken
chemin pad path — computing: a specification for a location within a hierarchical or tree-like structure
chemin weg way — wide path
chemin weg Weg — einfache, oft geringer befestigen aber auch unbefestigte, als allgemeiner Weg nicht klassifizierte Verkehrslinie zum Begehen oder Befahren

Verwante vertalingen van chemin