Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gemeente:
  2. gemeente-:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemeente (Nederlands) in het Duits

gemeente:

gemeente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemeente
    die Gemeinde; die Stadt
    • Gemeinde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stadt [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de gemeente
    die Gemeinde
    • Gemeinde [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gemeente:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gemeinde gemeente aantal personen bijeen; gemeenten; gezelschap; groep; kerk; kerkgemeenschap; parochie
Stadt gemeente stad

Verwante woorden van "gemeente":

  • gemeentes

Verwante definities voor "gemeente":

  1. gebied dat door burgemeester en wethouders wordt bestuurd1
    • Krommenie hoort bij de gemeente Zaandam1
  2. groep gelovigen van een kerk1
    • als de dominee binnenkomt, staat de gemeente op1

Wiktionary: gemeente

gemeente
noun
  1. bestuurlijke eenheid
  2. gezamenlijke gelovigen
gemeente
noun
  1. gesellschaftliches Gebilde: Gemeinschaft mit höherem Organisationsgrad;

Cross Translation:
FromToVia
gemeente Gemeinde; Munizipalität municipality — a district with a government that typically encloses no other governed distrcits
gemeente Stadt; Ort; Städtchen; Gemeinde town — settlement
gemeente Gemeinde communedivision du territoire français (ou d'autres pays, notamment francophones) administrer par un maire et un conseil municipal.
gemeente Kirchengemeinde; Kirchspiel; Kirchgemeinde; Pfarrgemeinde; Pfarrei; Pfarre paroissedivision ecclésiastique où s’exercer le ministère d’un curé.

gemeente-:

gemeente- bijvoeglijk naamwoord

  1. gemeente- (gemeentelijk)
    Gemeinde-

Vertaal Matrix voor gemeente-:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gemeinde- gemeente-; gemeentelijk