Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: ritsen

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: ritsen

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

rits:
- Reißverschluß; Verschluß
Wiktionary:
- ritsen → abholen, abnehmen, abziehen, subtrahieren, abräumen, fortnehmen, entziehen, wegnehmen, abschneiden, abrechnen
- rits → Reißverschluss
- rits → Reißverschluss, Baumstumpf, Haken

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ritsen (Nederlands) in het Duits

rits:

rits [de ~] zelfstandig naamwoord

de rits (ritssluiting; sluiting)
der Reißverschluß; der Verschluß
- Reißverschluß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Verschluß [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rits:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Reißverschluß	rits; ritssluiting; sluiting
Verschluß	rits; ritssluiting; sluiting	afgrendeling

Verwante woorden van "rits":

ritsen, rit

Wiktionary: rits

rits

noun

ritssluiting
- rits → Reißverschluss

Cross Translation:

From	To	Via
• rits	→ Reißverschluss	↔ zip fastener — a fastener used in clothing, bags
• rits	→ Baumstumpf; Haken	↔ accroc — Déchirure faite dans un tissu par quelque chose de pointu ou qui accrocher.

Wiktionary: ritsen

Cross Translation:

From	To	Via
• ritsen	→ abholen; abnehmen	↔ prélever — lever préalablement une certaine portion sur le total.
• ritsen	→ abziehen; subtrahieren; abräumen; fortnehmen; entziehen; wegnehmen; abschneiden; abholen; abnehmen; abrechnen	↔ retrancher — Traductions à vérifier et à trier