Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. trog:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Trog:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trog (Nederlands) in het Duits

trog:

trog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de trog (voedertrog; voederkrib)
    der Futtertrog; die Futterkrippe

Vertaal Matrix voor trog:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Futterkrippe trog; voederkrib; voedertrog
Futtertrog trog; voederkrib; voedertrog voederbak

Verwante woorden van "trog":

  • troggen

Wiktionary: trog

trog
noun
  1. een langgerekte voederbak.
  2. een langgerekte, nauwe en diepe kloof in de zeebodem veroorzaakt door subductie van een tektonische plaat.

Cross Translation:
FromToVia
trog Mulde; Trog auge — Traductions à trier suivant le sens



Duits

Uitgebreide vertaling voor trog (Duits) in het Nederlands

Trog:

Trog [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Trog (Faß; Tonne; Eimer; )
    de vat; de barrel; de ton; het fust; de bak; de emmer; de pot; de teil; de kuip
    • vat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • barrel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ton [de ~] zelfstandig naamwoord
    • fust [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • emmer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • teil [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kuip [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Trog:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bak Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Behälter; Container; Gefäß; Katzenklo; Katzentoilette; Lagerfach; Napf; Schale; Scherz; Schüssel; Spaß; Strafanstalt; Strafvollzugsanstalt
barrel Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
emmer Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
fust Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
kuip Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Anwaltschaft; Gerichtsbehörde; Wanne; Waschwanne
pot Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Einsatz; Geldeinlage; Kochtopf; Lesbe; Lesbierin; Partie; Pool; Schlacht; Schmortopf; Spiel; Spielchen; Spielgeld; Spielraum; Streit; Topf; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit
teil Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
ton Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
vat Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne

Synoniemen voor "Trog":


Wiktionary: Trog

Trog
noun
  1. een langgerekte voederbak.

Cross Translation:
FromToVia
Trog bak; drenkbak; eetbak; drinktrog; krib; trog auge — Traductions à trier suivant le sens