Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wil:
  2. willen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wil (Nederlands) in het Duits

wil:

wil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de wil (laatste wens)
    der letzter Wille; der letzter Wünsch

Vertaal Matrix voor wil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
letzter Wille laatste wens; wil
letzter Wünsch laatste wens; wil

Verwante woorden van "wil":


Verwante definities voor "wil":

  1. vermogen om bewust iets te proberen te doen1
    • zij geeft het niet gauw op, ze heeft een sterke wil1

Wiktionary: wil

wil
noun
  1. de bereidheid of zin om iets te doen
wil
noun
  1. ein alle Handlungen bestimmendes Streben

Cross Translation:
FromToVia
wil Wille will — intent or volition
wil Wille volontéfaculté de vouloir, de se déterminer à quelque chose.

willen:

willen werkwoord (wil, wilt, wil/wilt, wilde, wilden, gewild)

  1. willen (wensen)
    möchten; wollen
    • möchten werkwoord
    • wollen werkwoord (will, willst, wollte, wolltet, gewollt)
  2. willen (moeten; believen)
    müssen; wollen; sollen; helfen
    • müssen werkwoord (muß, mußt, mußte, mußtet, gemußt)
    • wollen werkwoord (will, willst, wollte, wolltet, gewollt)
    • sollen werkwoord (soll, sollst, sollte, solltet, gesollt)
    • helfen werkwoord (helfe, hilfst, hilft, half, halft, geholfen)

Conjugations for willen:

o.t.t.
  1. wil
  2. wilt
  3. wil/wilt
  4. willen
  5. willen
  6. willen
o.v.t.
  1. wilde
  2. wilde
  3. wilde
  4. wilden
  5. wilden
  6. wilden
v.t.t.
  1. heb gewild
  2. hebt gewild
  3. heeft gewild
  4. hebben gewild
  5. hebben gewild
  6. hebben gewild
v.v.t.
  1. had gewild
  2. had gewild
  3. had gewild
  4. hadden gewild
  5. hadden gewild
  6. hadden gewild
o.t.t.t.
  1. zal willen
  2. zult willen
  3. zal willen
  4. zullen willen
  5. zullen willen
  6. zullen willen
o.v.t.t.
  1. zou willen
  2. zou willen
  3. zou willen
  4. zouden willen
  5. zouden willen
  6. zouden willen
diversen
  1. wil!
  2. wilt!
  3. gewild
  4. willend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor willen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
helfen believen; moeten; willen assisteren; behelpen; behulpzaam zijn; bijspringen; bijstaan; blij maken; gedienstig zijn; gerieven; goeddoen; helpen; iemand een genoegen doen; iemand plezieren; liefdadigheids werk doen; meehelpen; nuttig zijn; ondersteunen; seconderen; weldoen
möchten wensen; willen
müssen believen; moeten; willen hoeven
sollen believen; moeten; willen in staat zijn; kunnen; vermogen
wollen believen; moeten; wensen; willen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wollen wollen

Verwante woorden van "willen":


Verwante definities voor "willen":

  1. het bewust proberen te doen, het verlangen of wensen1
    • hij wil weer naar school gaan1
  2. werkwoord dat een mogelijkheid aangeeft1
    • het wil wel eens gebeuren dat de auto niet start1

Wiktionary: willen

willen
verb
  1. iets als verlangen hebben

Cross Translation:
FromToVia
willen beabsichtigen mean — to intend; plan on doing
willen wollen want — desire
willen wünschen wish — to hope for an outcome
willen wollen vouloir — Avoir l’intention, la volonté de faire quelque chose, s’y déterminer. (Sens général)

Verwante vertalingen van wil