Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgestomptheid (Nederlands) in het Duits

afgestomptheid:

afgestomptheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afgestomptheid (onverschilligheid; gevoelloosheid; ongeïnteresseerdheid; ongevoeligheid; gevoelsarmoede)
    die Gleichgültigkeit; die Unempfindlichkeit; die Empfindungslosigkeit; die Gedankenlosigkeit; die Kaltblütigkeit; die Gefühllosigkeit

Vertaal Matrix voor afgestomptheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Empfindungslosigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid
Gedankenlosigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid gedachteloos zijn; gedachteloosheid; gesuf; onnadenkendheid; suffen
Gefühllosigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; ongevoeligheid; verdoofdheid
Gleichgültigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid
Kaltblütigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid koelbloedigheid
Unempfindlichkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid immuniteit; onvatbaarheid; onvatbaarheid voor ziekte