Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. liefdadigheid:
  2. liefdadig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor liefdadigheid (Nederlands) in het Duits

liefdadigheid:

liefdadigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de liefdadigheid (humaniteit; liefdewerk)
    die Wohltätigkeit; der Wohltat; die Wohlwollendheit
  2. de liefdadigheid (liefdadigheidsinstelling; weldadigheidsinstelling)
    die Wohltätigkeitseinrichtung; der Wohltat; die Wohltätigkeit; die Wohlwollendheit

Vertaal Matrix voor liefdadigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Wohltat humaniteit; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; liefdewerk; weldadigheidsinstelling goedgunstigheid; gratie; weldaad; welwillendheid
Wohltätigkeit humaniteit; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; liefdewerk; weldadigheidsinstelling aalmoes; goedgunstigheid; gratie; liefdadigheidswerk; weldadigheid; welwillendheid
Wohltätigkeitseinrichtung liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; weldadigheidsinstelling
Wohlwollendheit humaniteit; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; liefdewerk; weldadigheidsinstelling

Verwante woorden van "liefdadigheid":


Wiktionary: liefdadigheid


Cross Translation:
FromToVia
liefdadigheid Wohltätigkeit charity — providing of goods or money

liefdadigheid vorm van liefdadig:

liefdadig bijvoeglijk naamwoord

  1. liefdadig (charitatief)
    karitativ

Vertaal Matrix voor liefdadig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
karitativ charitatief; liefdadig barmhartig; humaan; medelijdend; menslievend

Verwante woorden van "liefdadig":


Wiktionary: liefdadig

liefdadig
adjective
  1. dem Nutzen der Allgemeinheit dienend