Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. onbetrouwbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbetrouwbaar (Nederlands) in het Duits

onbetrouwbaar:

onbetrouwbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onbetrouwbaar (verdacht; duister; louche; onguur)

Vertaal Matrix voor onbetrouwbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nicht vertrauenswürdig duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht

Verwante woorden van "onbetrouwbaar":


Verwante definities voor "onbetrouwbaar":

  1. wat je niet kunt vertrouwen1
    • deze ladder is onbetrouwbaar, het hout is slecht1

Wiktionary: onbetrouwbaar


Cross Translation:
FromToVia
onbetrouwbaar wankelmütig; unbeständig fickle — quick to change one’s opinion or allegiance
onbetrouwbaar unzuverlässig unreliable — not reliable
onbetrouwbaar unzuverlässig untrustworthy — not deserving of trust; unreliable