Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schenkels:
  2. schenkel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schenkels (Nederlands) in het Duits

schenkels:

schenkels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schenkels
    die Schenkel
    • Schenkel [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schenkels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schenkel schenkels achterbout van varken; bovenbeen; dij; dijen; dikke deel van bovenbeen; femur; ham; schenkel

Verwante woorden van "schenkels":


schenkels vorm van schenkel:

schenkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schenkel
    der Schenkel
    • Schenkel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schenkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schenkel schenkel achterbout van varken; bovenbeen; dij; dijen; dikke deel van bovenbeen; femur; ham; schenkels

Verwante woorden van "schenkel":