Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitwerpsel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitwerpsel (Nederlands) in het Duits

uitwerpsel:

uitwerpsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het uitwerpsel (stuk poep; keutel; hoop; drol)
    der Scheiße; der Kot
    • Scheiße [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kot [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitwerpsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kot drol; hoop; keutel; stuk poep; uitwerpsel beer; drek; excrementen; fecaliën; feces; kak; poep; prut; schijt; smurrie; stront; uitscheiding; uitwerpselen
Scheiße drol; hoop; keutel; stuk poep; uitwerpsel

Verwante woorden van "uitwerpsel":


Wiktionary: uitwerpsel

uitwerpsel
noun
  1. de afvalstoffen van de spijsvertering van mens en dier zoals deze uitgeworpen worden