Spuitje: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

spuitje:
- injection
spuit:
- syringe; sprayer; squirt; injection needle; hypodermic syringe; hypodermic needle; needle
spui:
- waste pipe; drain; rain-pipe; drainage tube; outlet
Wiktionary:
- spuitje → injection
- spuit → syringe
- spui → landfill, lock, sluice, sluice-gate

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spuitje (Nederlands) in het Engels

spuitje:

spuitje [het ~] zelfstandig naamwoord

het spuitje (injectie; inspuiting; prik)
the injection
- injection [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spuitje:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
injection	injectie; inspuiting; prik; spuitje

Verwante woorden van "spuitje":

spuitjes, spuit, spui

Wiktionary: spuitje

spuitje

noun

medicine: something injected
- injection → injectie; spuitje

spuitje vorm van spuit:

spuit [de ~] zelfstandig naamwoord

de spuit (injectiespuit; injectiespuitje)
the syringe; the sprayer; the squirt; the injection needle; the hypodermic syringe; the hypodermic needle; the needle
- syringe [the ~] zelfstandig naamwoord
- sprayer [the ~] zelfstandig naamwoord
- squirt [the ~] zelfstandig naamwoord
- injection needle [the ~] zelfstandig naamwoord
- hypodermic syringe [the ~] zelfstandig naamwoord
- hypodermic needle [the ~] zelfstandig naamwoord
- needle [the ~] zelfstandig naamwoord
de spuit (injectienaald)
the syringe; the injection needle; the needle
- syringe [the ~] zelfstandig naamwoord
- injection needle [the ~] zelfstandig naamwoord
- needle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spuit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hypodermic needle	injectiespuit; injectiespuitje; spuit
hypodermic syringe	injectiespuit; injectiespuitje; spuit
injection needle	injectienaald; injectiespuit; injectiespuitje; spuit
needle	injectienaald; injectiespuit; injectiespuitje; spuit	naald
sprayer	injectiespuit; injectiespuitje; spuit
squirt	injectiespuit; injectiespuitje; spuit	klisteerspuit; onderdeurtje
syringe	injectienaald; injectiespuit; injectiespuitje; spuit
-	injectie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
needle		aanleiding geven tot; ophitsen; provoceren; uitdagen; uitlokken
squirt		bespatten; bespetteren

Verwante woorden van "spuit":

spuiten, spuitje, spuitjes

Synoniemen voor "spuit":

injectie

Verwante definities voor "spuit":

inspuiting van geneesmiddel met behulp van naald¹
- de zuster gaf hem een spuitje tegen de pijn¹
voorwerp met nauwe opening waar vloeistof met kracht uit geperst wordt¹
- de spuit van de brandweer kreeg een nieuwe slang¹

Wiktionary: spuit

spuit

noun

hypodermic syringe
- syringe → injectiespuit; spuit

spuitje vorm van spui:

spui [het ~] zelfstandig naamwoord

het spui (afvoerbuis; riool; regenpijp; afwateringsbuis)
the waste pipe; the drain; the rain-pipe; the drainage tube; the outlet
- waste pipe [the ~] zelfstandig naamwoord
- drain [the ~] zelfstandig naamwoord
- rain-pipe [the ~] zelfstandig naamwoord
- drainage tube [the ~] zelfstandig naamwoord
- outlet [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spui:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drain	afvoerbuis; afwateringsbuis; regenpijp; riool; spui	afdruipen; afdruppelen; afvoer; afvoerkanaal; afwateringskanaal; boezem; doorlaat; riolering; riool; sas; schutsluisje; sluis; uitdruipen; uitdruppelen; verlaat
drainage tube	afvoerbuis; afwateringsbuis; regenpijp; riool; spui
outlet	afvoerbuis; afwateringsbuis; regenpijp; riool; spui	afwatering; contactdoos; lozing; steun en toeverlaat; stopcontact; uitlaat; uitlaatklep; uitlaatpijp; vlampijp; wandcontactdoos; waterafvoer
rain-pipe	afvoerbuis; afwateringsbuis; regenpijp; riool; spui
waste pipe	afvoerbuis; afwateringsbuis; regenpijp; riool; spui	afvloeibuis; afvloeipijp; afvoerpijp
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drain		afdruipen; afdruppelen; afscheiden; afvoeren; afwateren; droogleggen; indijken; inpolderen; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegzuigen; lozen; ontwateren; spuien; uitdruipen; uitdruppelen; uithalen; uitlekken; uitscheiden; uitstoten; uitwateren; uitwerpen; uitzuigen; water afvoeren; water lozen

Verwante woorden van "spui":

spuien, spuitje, spuitjes

Wiktionary: spui

Cross Translation:

From	To	Via
• spui	→ landfill	↔ décharge — action de décharger.
• spui	→ lock; sluice; sluice-gate	↔ écluse — clôture en forme de bassin, faite de terre, de pierre, de bois ou de toute autre matière dans un port, sur une rivière, sur un canal, etc., ayant une ou plusieurs portes qui se lever et se baisser ou qui s’ouvrent et se fermer, pou

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: spuitje

Uitgebreide vertaling voor spuitje (Nederlands) in het Engels

spuitje:

spuitje [het ~] zelfstandig naamwoord

het spuitje (injectie; inspuiting; prik)

Vertaal Matrix voor spuitje:

Verwante woorden van "spuitje":

Wiktionary: spuitje

spuitje vorm van spuit:

spuit [de ~] zelfstandig naamwoord

de spuit (injectiespuit; injectiespuitje)

de spuit (injectienaald)

Vertaal Matrix voor spuit:

Verwante woorden van "spuit":

Synoniemen voor "spuit":

Verwante definities voor "spuit":

Wiktionary: spuit

spuitje vorm van spui:

spui [het ~] zelfstandig naamwoord

het spui (afvoerbuis; riool; regenpijp; afwateringsbuis)

Vertaal Matrix voor spui:

Verwante woorden van "spui":

Wiktionary: spui