Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. grift:
  2. griffen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grift (Nederlands) in het Engels

grift:

grift [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de grift (griffel; schrijfstift)
    the stylus; the slate-pencil; the pen
    • stylus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slate-pencil [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pen [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grift:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pen griffel; grift; schrijfstift babybox; ballpoint; balpen; box; dierenverblijfplaats; hok; pen; schaapskooi; schapehok; schapenstal; schrijfstift; schrijfstiften; stal
slate-pencil griffel; grift; schrijfstift
stylus griffel; grift; schrijfstift pen; schrijfstift; stylus; tabletpen

griffen:

griffen werkwoord (grif, grift, grifde, grifden, gegrift)

  1. griffen (met een stift inkrassen; graveren; griffelen)
    to engrave; to inscribe; to incise
    • engrave werkwoord (engraves, engraved, engraving)
    • inscribe werkwoord (inscribes, inscribed, inscribing)
    • incise werkwoord (incises, incised, incising)

Conjugations for griffen:

o.t.t.
  1. grif
  2. grift
  3. grift
  4. griffen
  5. griffen
  6. griffen
o.v.t.
  1. grifde
  2. grifde
  3. grifde
  4. grifden
  5. grifden
  6. grifden
v.t.t.
  1. heb gegrift
  2. hebt gegrift
  3. heeft gegrift
  4. hebben gegrift
  5. hebben gegrift
  6. hebben gegrift
v.v.t.
  1. had gegrift
  2. had gegrift
  3. had gegrift
  4. hadden gegrift
  5. hadden gegrift
  6. hadden gegrift
o.t.t.t.
  1. zal griffen
  2. zult griffen
  3. zal griffen
  4. zullen griffen
  5. zullen griffen
  6. zullen griffen
o.v.t.t.
  1. zou griffen
  2. zou griffen
  3. zou griffen
  4. zouden griffen
  5. zouden griffen
  6. zouden griffen
diversen
  1. grif!
  2. grift!
  3. gegrift
  4. griffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor griffen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
engrave graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen inbeitelen; inetsen; ingraveren
incise graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen groeven; inkerven; insnijden
inscribe graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen aanmelden; bedrukken; boeken; inschrijven; intekenen; noteren; opdrukken; opgeven; opschrijven; optekenen; overdrukken; registreren; subscriberen; vastleggen