Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lummel:
  2. lummelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lummel (Nederlands) in het Engels

lummel:

lummel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lummel (boerenlul; hork)
    the asshole; the son-of-a-bitch; the dirty bastard
  2. de lummel (pummel; kinkel; vlegel)
    the clodhopper; the lout; the boor; the bumpkin; the yokel
    • clodhopper [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • boor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bumpkin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • yokel [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lummel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asshole boerenlul; hork; lummel eikel; galbak; hond; klojo; klootzak; lul; oetlul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap
boor kinkel; lummel; pummel; vlegel barbaar; boer; boerenkinkel; heikneuter; hork; kinkel; lomperd; onbeschofte man; proleet; vlegel
bumpkin kinkel; lummel; pummel; vlegel
clodhopper kinkel; lummel; pummel; vlegel boerenkinkel; heikneuter; lomperik
dirty bastard boerenlul; hork; lummel
lout kinkel; lummel; pummel; vlegel boerenkinkel; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; proleet; vlegel
son-of-a-bitch boerenlul; hork; lummel
yokel kinkel; lummel; pummel; vlegel boerenkinkel; heikneuter

Verwante woorden van "lummel":


Wiktionary: lummel

lummel
noun
  1. a rude violent man

lummel vorm van lummelen:

lummelen werkwoord (lummel, lummelt, lummelde, lummelden, gelummeld)

  1. lummelen (lanterfanten; luieren; niksen; rondhangen; nietsdoen)
    to idle; lounge around; to sit around; to lounge about
    • idle werkwoord (idles, idled, idling)
    • lounge around werkwoord
    • sit around werkwoord (sits around, sat around, sitting around)
    • lounge about werkwoord (lounges about, lounged about, lounging about)

Conjugations for lummelen:

o.t.t.
  1. lummel
  2. lummelt
  3. lummelt
  4. lummelen
  5. lummelen
  6. lummelen
o.v.t.
  1. lummelde
  2. lummelde
  3. lummelde
  4. lummelden
  5. lummelden
  6. lummelden
v.t.t.
  1. heb gelummeld
  2. hebt gelummeld
  3. heeft gelummeld
  4. hebben gelummeld
  5. hebben gelummeld
  6. hebben gelummeld
v.v.t.
  1. had gelummeld
  2. had gelummeld
  3. had gelummeld
  4. hadden gelummeld
  5. hadden gelummeld
  6. hadden gelummeld
o.t.t.t.
  1. zal lummelen
  2. zult lummelen
  3. zal lummelen
  4. zullen lummelen
  5. zullen lummelen
  6. zullen lummelen
o.v.t.t.
  1. zou lummelen
  2. zou lummelen
  3. zou lummelen
  4. zouden lummelen
  5. zouden lummelen
  6. zouden lummelen
diversen
  1. lummel!
  2. lummelt!
  3. gelummeld
  4. lummelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor lummelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idle lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen leeglopen; vrijlopen
lounge about lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen rondlopen; rondslenteren; rondwandelen; slungelen
lounge around lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen niksen; rondhangen; rondlummelen
sit around lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idle apathisch; doelloos; hol; ijdel; inactief; inhoudsloos; leeg; lethargisch; loos; lui; niet-actief; niets doend; nietszeggend; ongevuld; traag; werkschuw

Verwante woorden van "lummelen":