Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. neutraliseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor neutraliseren (Nederlands) in het Engels

neutraliseren:

neutraliseren werkwoord (neutraliseer, neutraliseert, neutraliseerde, neutraliseerden, geneutraliseerd)

  1. neutraliseren
    to neutralize; to neutralise
    • neutralize werkwoord, Amerikaans (neutralizes, neutralized, neutralizing)
    • neutralise werkwoord, Brits

Conjugations for neutraliseren:

o.t.t.
  1. neutraliseer
  2. neutraliseert
  3. neutraliseert
  4. neutraliseren
  5. neutraliseren
  6. neutraliseren
o.v.t.
  1. neutraliseerde
  2. neutraliseerde
  3. neutraliseerde
  4. neutraliseerden
  5. neutraliseerden
  6. neutraliseerden
v.t.t.
  1. heb geneutraliseerd
  2. hebt geneutraliseerd
  3. heeft geneutraliseerd
  4. hebben geneutraliseerd
  5. hebben geneutraliseerd
  6. hebben geneutraliseerd
v.v.t.
  1. had geneutraliseerd
  2. had geneutraliseerd
  3. had geneutraliseerd
  4. hadden geneutraliseerd
  5. hadden geneutraliseerd
  6. hadden geneutraliseerd
o.t.t.t.
  1. zal neutraliseren
  2. zult neutraliseren
  3. zal neutraliseren
  4. zullen neutraliseren
  5. zullen neutraliseren
  6. zullen neutraliseren
o.v.t.t.
  1. zou neutraliseren
  2. zou neutraliseren
  3. zou neutraliseren
  4. zouden neutraliseren
  5. zouden neutraliseren
  6. zouden neutraliseren
en verder
  1. ben geneutraliseerd
  2. bent geneutraliseerd
  3. is geneutraliseerd
  4. zijn geneutraliseerd
  5. zijn geneutraliseerd
  6. zijn geneutraliseerd
diversen
  1. neutraliseer!
  2. neutraliseert!
  3. geneutraliseerd
  4. neutraliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor neutraliseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neutralise neutraliseren nietig maken; nietig verklaren; nullificeren; ondervangen; ontkrachten; opheffen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; vernietigen
neutralize neutraliseren nietig maken; nietig verklaren; nullificeren; ondervangen; ontkrachten; opheffen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; vernietigen

Wiktionary: neutraliseren

neutraliseren
verb
  1. to make inactive or ineffective