Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rappelleren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rappelleren (Nederlands) in het Engels

rappelleren:

rappelleren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. rappelleren
    the recall
    • recall [the ~] zelfstandig naamwoord

rappelleren werkwoord (rappelleer, rappelleert, rappelleerde, rappelleerden, gerappelleerd)

  1. rappelleren (met aandrang herinneren; manen)
    to urge; remind forcefully; remind strongly

Conjugations for rappelleren:

o.t.t.
  1. rappelleer
  2. rappelleert
  3. rappelleert
  4. rappelleren
  5. rappelleren
  6. rappelleren
o.v.t.
  1. rappelleerde
  2. rappelleerde
  3. rappelleerde
  4. rappelleerden
  5. rappelleerden
  6. rappelleerden
v.t.t.
  1. ben gerappelleerd
  2. bent gerappelleerd
  3. is gerappelleerd
  4. zijn gerappelleerd
  5. zijn gerappelleerd
  6. zijn gerappelleerd
v.v.t.
  1. was gerappelleerd
  2. was gerappelleerd
  3. was gerappelleerd
  4. waren gerappelleerd
  5. waren gerappelleerd
  6. waren gerappelleerd
o.t.t.t.
  1. zal rappelleren
  2. zult rappelleren
  3. zal rappelleren
  4. zullen rappelleren
  5. zullen rappelleren
  6. zullen rappelleren
o.v.t.t.
  1. zou rappelleren
  2. zou rappelleren
  3. zou rappelleren
  4. zouden rappelleren
  5. zouden rappelleren
  6. zouden rappelleren
en verder
  1. heb gerappelleerd
  2. hebt gerappelleerd
  3. heeft gerappelleerd
  4. hebben gerappelleerd
  5. hebben gerappelleerd
  6. hebben gerappelleerd
diversen
  1. rappelleer!
  2. rappelleert!
  3. gerappelleerd
  4. rappellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rappelleren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recall rappelleren terugroep; terugroepen; terugroeping
urge aandrift; drift; genoegen; genot; instinct; lust; wellust
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recall herroepen; intrekken; terughalen; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; zijn woorden terugnemen
remind forcefully manen; met aandrang herinneren; rappelleren
remind strongly manen; met aandrang herinneren; rappelleren
urge manen; met aandrang herinneren; rappelleren aandrijven; aandringen; aanhouden; aansporen; aanzetten; aanzetten tot; animeren; instigeren; op iets aandringen; opkrikken; opwekken; prikkelen; provoceren; stimuleren