Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vlucht:
  2. vluchten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlucht (Nederlands) in het Engels

vlucht:

vlucht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vlucht (vliegtocht; vliegreis)
    the flight
    – a scheduled trip by plane between designated airports 1
    • flight [the ~] zelfstandig naamwoord
      • I took the noon flight to Chicago1

Vertaal Matrix voor vlucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flight vliegreis; vliegtocht; vlucht ontsnapping; ontvluchting; trap; uitbraak; uitbreken

Verwante woorden van "vlucht":


Wiktionary: vlucht

vlucht
noun
  1. het zich door luchtruim bewegen
  2. een groep vliegende vogels
  3. het ontvluchten van bijvoorbeeld gevaar of straf
    • vluchtrun
vlucht
noun
  1. act of flying
  2. flight of a ball before it bounces

Cross Translation:
FromToVia
vlucht flight FlugFortbewegung eines Körpers durch die Luft durch Ausnutzung der Gesetze der Aerodynamik
vlucht flight; rise essoraction de l’oiseau qui s’élance pour prendre son vol.
vlucht flight; run fuite — Action de fuir
vlucht flight volmouvement des oiseaux et de divers animaux, qui se soutiennent et avancent dans l’air au moyen de leurs ailes.

vluchten:

vluchten werkwoord (vlucht, vluchtte, vluchtten, gevlucht)

  1. vluchten (ontvluchten; wegkomen; weglopen; )
    to escape; to elude; to get away; to break away
    • escape werkwoord (escapes, escaped, escaping)
    • elude werkwoord (eludes, eluded, eluding)
    • get away werkwoord (gets away, got away, getting away)
    • break away werkwoord (breaks away, broke away, breaking away)
  2. vluchten (vlieden; wegvluchten)
    to flee; to fly
    • flee werkwoord (flees, fled, fleeing)
    • fly werkwoord (flies, flew, flying)
  3. vluchten (wegvluchten; ontvluchten; ontsnappen; uitwijken; ontkomen)
    to escape
    • escape werkwoord (escapes, escaped, escaping)

Conjugations for vluchten:

o.t.t.
  1. vlucht
  2. vlucht
  3. vlucht
  4. vluchten
  5. vluchten
  6. vluchten
o.v.t.
  1. vluchtte
  2. vluchtte
  3. vluchtte
  4. vluchtten
  5. vluchtten
  6. vluchtten
v.t.t.
  1. ben gevlucht
  2. bent gevlucht
  3. is gevlucht
  4. zijn gevlucht
  5. zijn gevlucht
  6. zijn gevlucht
v.v.t.
  1. was gevlucht
  2. was gevlucht
  3. was gevlucht
  4. waren gevlucht
  5. waren gevlucht
  6. waren gevlucht
o.t.t.t.
  1. zal vluchten
  2. zult vluchten
  3. zal vluchten
  4. zullen vluchten
  5. zullen vluchten
  6. zullen vluchten
o.v.t.t.
  1. zou vluchten
  2. zou vluchten
  3. zou vluchten
  4. zouden vluchten
  5. zouden vluchten
  6. zouden vluchten
diversen
  1. vlucht!
  2. vlucht!
  3. gevlucht
  4. vluchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vluchten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escape ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken
fly broeksgulp; gulp; vlieg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
break away ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken
elude ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken uitwijken voor iets
escape ontglippen; ontkomen; ontsnappen; ontsnappen aan; ontvluchten; uitwijken; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegvluchten; zich vrijmaken aan iemands aandacht ontgaan; ontgaan; ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen
flee vlieden; vluchten; wegvluchten ontvlieden
fly vlieden; vluchten; wegvluchten laten opstijgen; oplaten; per vliegtuig reizen; vliegen
get away ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken heenkomen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; wegkomen; wegkrijgen

Verwante woorden van "vluchten":


Verwante definities voor "vluchten":

  1. snel weggaan om te ontkomen2
    • deze mensen zijn gevlucht voor de oorlog2

Wiktionary: vluchten

vluchten
verb
  1. (onovergankelijk) trachten te ontkomen aan dreigend gevaar
vluchten
verb
  1. to flee
  2. to run away; to escape
  3. to flee by running
  4. move or run away quickly

Cross Translation:
FromToVia
vluchten flee fliehen — schnelles verlassen eines Ortes beispielsweise aufgrund befürchteter Gefahr
vluchten escape; flee flüchten — sich entfernen von einer drohenden Gefahr oder einer unangenehmen Situation

Verwante vertalingen van vlucht