Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wied:
  2. wieden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wied (Nederlands) in het Engels

wied:

wied [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. wied (marihuana; wiet; stuff; weed; hennep)
    the marijuana; the weed; the pot; the grass
    • marijuana [the ~] zelfstandig naamwoord
    • weed [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grass [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wied:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grass hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet ganja; gazon; gras; grasmat; grasperk; grastapijt; grasveld; mat
marijuana hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet
pot hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet ganja; kookpot; lesbienne; pot
weed hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet ganja; slappe vent; slappeling; woekerplant
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pot hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
weed schoffelen; wieden

Verwante woorden van "wied":


wieden:

wieden werkwoord (wied, wiedt, wiedde, wiedden, gewied)

  1. wieden (schoffelen)
    to spud up weeds; to weed; to spud out weeds; to plough; to plough up
    • spud up weeds werkwoord (spuds up weeds, spudded up weeds, spudding up weeds)
    • weed werkwoord (weeds, weeded, weeding)
    • spud out weeds werkwoord (spuds out weeds, spudded out weeds, spudding out weeds)
    • plough werkwoord (ploughs, ploughed, ploughing)
    • plough up werkwoord (ploughs up, ploughed up, ploughing up)

Conjugations for wieden:

o.t.t.
  1. wied
  2. wiedt
  3. wiedt
  4. wieden
  5. wieden
  6. wieden
o.v.t.
  1. wiedde
  2. wiedde
  3. wiedde
  4. wiedden
  5. wiedden
  6. wiedden
v.t.t.
  1. heb gewied
  2. hebt gewied
  3. heeft gewied
  4. hebben gewied
  5. hebben gewied
  6. hebben gewied
v.v.t.
  1. had gewied
  2. had gewied
  3. had gewied
  4. hadden gewied
  5. hadden gewied
  6. hadden gewied
o.t.t.t.
  1. zal wieden
  2. zult wieden
  3. zal wieden
  4. zullen wieden
  5. zullen wieden
  6. zullen wieden
o.v.t.t.
  1. zou wieden
  2. zou wieden
  3. zou wieden
  4. zouden wieden
  5. zouden wieden
  6. zouden wieden
diversen
  1. wied!
  2. wiedt!
  3. gewied
  4. wiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wieden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plough landbouwploeg; landbouwwerktuig; ploeg
weed ganja; hennep; marihuana; slappe vent; slappeling; stuff; weed; wied; wiet; woekerplant
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plough schoffelen; wieden omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten
plough up schoffelen; wieden omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten
spud out weeds schoffelen; wieden
spud up weeds schoffelen; wieden
weed schoffelen; wieden

Verwante woorden van "wieden":


Wiktionary: wieden


Cross Translation:
FromToVia
wieden weed sarcler — jardinage|fr agriculture|fr arracher avec la main ou couper sous terre avec un instrument trancher les mauvaises herbes qui croître dans un champ, dans un jardin, etc. — note Le qualificatif peut désigner la mauvaise herbe détruite ou la cultur