Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. carnivoor:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor carnivoor (Nederlands) in het Spaans

carnivoor:

carnivoor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de carnivoor (vleeseter)
    el carnívoro

carnivoor bijvoeglijk naamwoord

  1. carnivoor (vleesetend)
    carnívora

Vertaal Matrix voor carnivoor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carnívoro carnivoor; vleeseter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carnívora carnivoor; vleesetend

Verwante woorden van "carnivoor":

  • carnivoren

Wiktionary: carnivoor

carnivoor
noun
  1. een vleesetend dier

Cross Translation:
FromToVia
carnivoor carnívoro carnivore — meat-eating animal
carnivoor carnívoro carnivorous — Predatory or flesh-eating
carnivoor carnívoro Raubtier — Mitglied einer Ordnung der Säugetiere (Carnivora), welche sich im Allgemeinen räuberisch oder als Aasfresser von anderen Tieren ernährt
carnivoor carnívoro Raubtierallgemein: ein Tier, das andere Tiere fängt und frisst
carnivoor carnívoro carnivore — Qui consommer de la viande.