Recente nederlandse Woorden:
dat DAT afspreken teder tederheid fundament kennen me onder verblijfsvergunning kledingstuk basisprincipe nog vakantie te verloven verloofde leven lukken lampion naast dijk koffie na tegenvaller op hond identiteitsbewijs een lezen collega pul tegenhouden friet onderdrukken pijl sleuf zijn zeven zeef uitsplitsen tegengaan water wateren die tevens treffen tref benaderen museum soep in invaren innen eventueel veranderen terras sein seinen onderling aantasten kiezen kies Kiezen blinken blinkend veel tussen velen grootte uitblijven Kies vaststellen postbezorging boven boeken boek verenigen verenigd PTT daar voor support alvast schilderen schilder post posten POST mal malen klein kleiner Kleiner verlichting sport inleiding bedrijvigheid bedrijvig vragen gevraagd mogelijk mogelijkheid kasteel koekje gratis graven ei drie bevestigen etui boerderij elkaar incident boerderijen vis vissen desalniettemin onduidelijk onduidelijkheid vat arrest aanbieden appartement plaats plaatsen bellen bel werkelijk caravan herenhuis betekenis plek eik koppeling hopelijk rijpen gesproken fruit fruiten bungalow reis reizen penthouse villa melk melken verven kattenkop studio iglo kijken kijk liggen uitblinken pannenkoek lamp koppelen koppel windrichting huis huizen hypotheek komkommer kunde herstelwerkzaamheden loeren loer beheren beheer Beheer hun Hun deze zetel zetelen rijtjeshuis tv Schotland Ierland uitgaan instelling bijeenkomst televisie project Project Overige vaatwasser robe afwijking afvoeren afvaren ander afstemmen goedmaken hoekwoning waanvoorstelling bed sjaal kast
Recente spaanse Woorden:
me gustar alcalde delante desear deseo absolutamente homosexual soportar asimismo ir irse vaya corazón raíz hoja canción mensajes deducir pipa astillar astilla previo diluirse pringoso ya papel palabrota palabrotas aperos desesperarse hora platija ratón risa cadena cadenas centro cotidiano contorsionista capaz casar capáz fraguar satisfecho ambigüedad nave naves desarollo colegio enclavijar copar copo resistir casarse casa deber debe cántaro mujeriego burlar hombrecillo carabina adormecer pulgarcito desempeñar edad chaquetón altura pelo pelar pelarse físico ciudad liso caca capa ligar huevo narcosis empresario tomar tomarse tome toma pastar pasto allanamiento equipar equipo Equipo vicio Groninga pareja parejo empeñar gastar gasto gastarse verja nombre Nombre fajar faja debilitar armador bonito guapo osar osado diferir estar café repugnante beberse bebé bebés deportar deporte jueves martes marte hoy Hoy cuesta plural hacer hacerse hacérselas haz mangar mango camarero trabajar estimar estimado mentir caminar camino contar cuenta Cuenta cerveza película temperatura negar pequeño Pequeño diálogo jubilado jubilar huir auto recoger inconfortable luchar lucha deshacerse noticia gusto mucho intransitable contrariar contrario buró idioma cuanto cuánto panda plátano renta tener año ensueño extraer ahora amiguito médico ser permanecer este estas después golpear encubrir claqué agonía asunto ampliar aburrido aburrir apellido cuál remunerar actualmente tres asuntos promover vacante también