Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hertrouwen (Nederlands) in het Spaans

hertrouwen:

hertrouwen werkwoord (hertrouw, hertrouwt, hertrouwde, hertrouwden, hertrouwd)

  1. hertrouwen

Conjugations for hertrouwen:

o.t.t.
  1. hertrouw
  2. hertrouwt
  3. hertrouwt
  4. hertrouwen
  5. hertrouwen
  6. hertrouwen
o.v.t.
  1. hertrouwde
  2. hertrouwde
  3. hertrouwde
  4. hertrouwden
  5. hertrouwden
  6. hertrouwden
v.t.t.
  1. ben hertrouwd
  2. bent hertrouwd
  3. is hertrouwd
  4. zijn hertrouwd
  5. zijn hertrouwd
  6. zijn hertrouwd
v.v.t.
  1. was hertrouwd
  2. was hertrouwd
  3. was hertrouwd
  4. waren hertrouwd
  5. waren hertrouwd
  6. waren hertrouwd
o.t.t.t.
  1. zal hertrouwen
  2. zult hertrouwen
  3. zal hertrouwen
  4. zullen hertrouwen
  5. zullen hertrouwen
  6. zullen hertrouwen
o.v.t.t.
  1. zou hertrouwen
  2. zou hertrouwen
  3. zou hertrouwen
  4. zouden hertrouwen
  5. zouden hertrouwen
  6. zouden hertrouwen
diversen
  1. hertrouw!
  2. hertrouwt!
  3. hertrouwd
  4. hertrouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hertrouwen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casarse en segundas nupcias hertrouwen
casarse por segunda vez hertrouwen
volver a casarse hertrouwen

Verwante woorden van "hertrouwen":


hertrouw:

hertrouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hertrouw
    la segundas nupcias

Vertaal Matrix voor hertrouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
segundas nupcias hertrouw

Verwante woorden van "hertrouw":