Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leiding geven (Nederlands) in het Spaans

leiding geven:

leiding geven werkwoord

  1. leiding geven (leiden; besturen; aanvoeren; voorzitten; managen)
    dirigir; gobernar; mandar; guiar; ir a la cabeza; encabezar; ir delante; estar en cabeza

Vertaal Matrix voor leiding geven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dirigir besturen; leidinggeven
guiar drijven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dirigir aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aan het stuur zitten; aanvoeren; adres aanbrengen; adresseren; afspreken; arrangeren; bedisselen; bevel voeren over; commanderen; dirigeren; leiden; leidinggeven; orkest dirigeren; regelen; regisseren; sturen; verwijzen; zenden; zich voegen
encabezar aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; bevel voeren over; commanderen; leiden; leidinggeven
estar en cabeza aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; bevel voeren over; commanderen; leiden; leidinggeven
gobernar aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; bevel voeren over; commanderen; leiden; leidinggeven
guiar aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; begeleiden; bevel voeren over; commanderen; een paard mennen; erdoor loodsen; leiden; leidinggeven; mennen; rondleiden
ir a la cabeza aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; bevel voeren over; commanderen; leiden; leidinggeven; voorafgaan; vooropgaan
ir delante aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; bevel voeren over; commanderen; leiden; leidinggeven; vooraan rijden; voorafgaan; vooropgaan; vooroprijden; voorrijden; vooruit zijn; vooruitrijden
mandar aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; afgeven; afleveren; beheersen; belasten; bestellen; bevel voeren over; bevelen; bezorgen; brengen; capituleren; commanderen; de overhand hebben; decreteren; dicteren; doen toekomen; doordrijven; gebieden; gelasten; heerschappij voeren; heersen; heersen over; iem. iets sturen; instructie geven; instrueren; insturen; inzenden; leiden; leidinggeven; machtiger zijn; majoreren; onderwerpen; ontheffen; ontslaan; opdracht geven; opdragen; opgeven; opsturen; overgeven; overhandigen; overheersen; overmaken; posten; sturen; thuisbezorgen; toezenden; uitleveren; uitsturen; verordenen; verordonneren; versturen; verzenden; voorschrijven; wegsturen; wegzenden; zenden; zich overgeven

Verwante vertalingen van leiding geven