Nederlands
Uitgebreide vertaling voor manhaftigheid (Nederlands) in het Spaans
manhaftigheid:
-
de manhaftigheid
Vertaal Matrix voor manhaftigheid:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| bravura | manhaftigheid | bravoure; gebluf; grootspraak |
| valentía | manhaftigheid | dapperheid; driestheid; durf; fermheid; gewaagdheid; kloekheid; koenheid; kordaatheid; krachtdadigheid; lef; moed; onversaagdheid; onverschrokkenheid; stoerheid; stoutmoedigheid; vermetelheid |
| valor | manhaftigheid | belang; betekenis; dapperheid; gewichtigheid; instelling; koenheid; kostbaarheid; moed; onversaagdheid; prijzigheid; verdienstelijkheid; waarde; waardepapier; zin |
Verwante woorden van "manhaftigheid":
manhaftig:
-
manhaftig
valiente; alentado; heroico; Camilo Ramada; bravo; sin miedo; con fuerza; con firmeza-
valiente bijvoeglijk naamwoord
-
alentado bijvoeglijk naamwoord
-
heroico bijvoeglijk naamwoord
-
Camilo Ramada bijvoeglijk naamwoord
-
bravo bijvoeglijk naamwoord
-
sin miedo bijvoeglijk naamwoord
-
con fuerza bijvoeglijk naamwoord
-
con firmeza bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor manhaftig:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| Camilo Ramada | hemelheer | |
| heroico | heroïek | |
| Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| valiente | flink | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| Camilo Ramada | manhaftig | |
| alentado | manhaftig | beslist; besluitvaardig; dapper; gedecideerd; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; moedig; onverschrokken; resoluut; stout; stoutmoedig; vastberaden |
| bravo | manhaftig | bravo |
| con firmeza | manhaftig | dapper; ferm; fiks; flink; moedig; moreel sterk; stevig; vastbesloten |
| con fuerza | manhaftig | breed; dapper; ferm; fiks; flink; fors; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; moreel sterk; onverschrokken; stevig; stout; stoutmoedig; uit de kluiten gewassen |
| heroico | manhaftig | heroïek |
| sin miedo | manhaftig | dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koelbloedig; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onversaagd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; zonder angst; zonder vrees |
| valiente | manhaftig |